Inhoudsopgave
Inleiding . 4Informatieavonden . 4Rondleiding . 5Zwangerschap . 5Leefregels . 6Gebitsverzorging . 6Lichaamsbeweging en sport . 7Sauna/Zonnebank . 7Reizen . 7Roken . 8Alcoholhoudende dranken . 8Seksuele activiteit . 8Röntgenonderzoek . 8Geneesmiddelen . 9Foliumzuur . 9Huisdieren . 10Werk . 11Eten . 11Bij bloedarmoede . 12Bij obstipatie . 12Ongemakken tijdens de zwangerschap . 13Misselijkheid . 13Moeheid . 14Pijnlijke borsten . 14Maagzuur . 14Spierkrampen . 15Rugpijn . 15Spataderen . 16Dikke voeten . 16Zwangerschapscontroles . 16
Complicaties . 17Speciale onderzoeken . 18Echoscopie . 18De veiligheid van echoscopieën . 19Hartfilmpje of CTG . 19Vruchtwateronderzoek . 19Vlokkentest . 20Pijn tijdens de bevalling . 21Keizersnede . 23Inleiden van de bevalling . 23Alternatieve bevalling . 23Na de bevalling . 24Het onderzoek van de baby . 24Het kraambed . 24Borst- of flesvoeding . 25Weer thuis . 26De afdeling verloskunde van Maasstad Ziekenhuis . 27De verloskamers . 27De afdeling verloskunde . 28Bezoek . 29De couveuseafdeling . 29De opname . 29Het ontslag . 31Belangrijk . 32Tot slot . 32Informatie over niet-geregistreerde medicijnen . 32Nuttige adressen en telefoonnummers . 34Lezenswaardig . 36Trefwoorden . 38
EN DE AFDELING VERLOSKUNDE Inleiding Deze brochure is bedoeld voor aanstaande ouders. U vindt er praktische informatie in, tips, richtlijnen en uitleg over zwangerschap en de bevalling, en over de gang van zaken op de afdeling verloskunde van Maasstad Ziekenhuis. Er staat ook een apart hoofdstuk in met informatie over (niet-geregistreerde) medicijnen voor zwangerschapbe- handeling. Leest u dat ook aandachtig door. Niet op al uw vragen zal deze brochure een antwoord geven. Mocht u na het lezen nog vragen hebben, stel deze dan gerust aan uw huisarts, uw verloskundige of aan de afdeling verloskunde van Maasstad Ziekenhuis. Wij beantwoorden uw vragen graag. Indien u in het ziekenhuis wilt bevallen en nog geen ponskaartje heeft, kunt u dit laten maken bij de patiëntenregistratie tussen 8.30 en 17.00 uur. Informatieavonden Naast het uitgeven van deze brochure doet Maasstad Ziekenhuis meer om u goed voor te bereiden op de bevalling. Zo organiseert de afdeling verloskunde een aantal malen per jaar een voorlichtingsavond voor aanstaande ouders. U krijgt daar onder meer een presentatie te zien die de gang van zaken bij een bevalling in het ziekenhuis toont. Op die avonden is ook een team van deskundigen aanwezig, bestaande uit een arts-assistent gynaecologie, verloskundige, gespecialiseerde kraamverpleegkundige en een kinderverpleegkundige. Ze geven uitleg over zwangerschap en bevalling en kunnen al uw vragen beantwoorden. Indien mogelijk kunt u tijdens deze avonden een verloskamer bekijken. Kijk voor de datums van de komende
informatieavonden op www.maasstadziekenhuis.nl. Aanmelden kan bij de afdeling verloskunde, telefoon 010 – 291 33 44. Rondleiding Bent u niet in de gelegenheid de voorlichtingsavond te bezoeken, dan kunt u ruim voor de bevalling een rondleiding krijgen over de afdeling verloskunde en de verloskamers bekijken. Hiervoor moet u wel een afspraak maken. Dat kan telefonisch via de afdeling. Wanneer u van tevoren weet dat uw baby op de couveuseafdeling zal worden opgenomen, kunt u vanzelfsprekend ook een afspraak maken om deze afdeling te bekijken. Zwangerschap In Nederland bevalt een groot aantal vrouwen gewoon thuis. In de landen om ons heen gebeurt dat in veel mindere mate. Eigenlijk is dat vreemd. Zwanger zijn en bevallen zijn heel natuurlijk. U bent niet ziek. In Nederland wordt ook het merendeel van de zwangere vrouwen tijdens de zwangerschap, de bevalling en het kraambed begeleid door de verloskundige (of de huisarts). Ook wanneer de bevalling in het ziekenhuis plaatsvindt. Voor de zorg na de bevalling kennen we in Nederland kruisverenigingen, de wijkverpleging en het kraamcentrum, die een belangrijke taak hebben bij het verzorgen van moeder en kind tijdens het kraambed. Is er sprake van een verhoogd risico voor de moeder of het kind (medische indicatie), dan is begeleiding door een gynaecoloog nodig. Het kan zijn dat de gynaecoloog de zorg voor de gehele zwangerschap en bevalling op zich neemt (en soms ook voor de kraambedtijd). Als er
sprake is van een medische indicatie, begeleidt het verloskundig team van het ziekenhuis de zwangerschap en bevalling. Dat team bestaat uit een gynaecoloog, een arts-assistent en een gespecialiseerd verpleegkundige. Afhankelijk van de reden van medische indicatie brengt u het kraambed thuis of in het ziekenhuis door. Maar ook zonder medische indicatie kunt u in het ziekenhuis bevallen. Uw eigen verloskundige begeleidt in dat geval de zwangerschap, de bevalling en de kraambedtijd. Als u op een van de verloskamers van Maasstad Ziekenhuis bent bevallen en alles goed is verlopen, gaat u vlot na de bevalling weer naar huis. Leefregels Tijdens een zwangerschap vinden er veel veranderingen plaats, zowel lichamelijk als emotioneel. Het is daarom goed in deze periode een aantal leefregels in acht te nemen. U zult sneller vermoeid zijn en bij uw dagelijkse activiteiten rekening moeten houden met het feit dat u in verwachting bent.
Hieronder volgen leefregels die in het algemeen voor alle vrouwen gelden. Gebitsverzorging Vertel uw tandarts in ieder geval dat u zwanger bent. Tijdens de zwangerschap is een goede mondhygiëne extra belangrijk. Bepaalde tandvleesaandoeningen kunnen verergeren in deze periode. Het is raadzaam in dat geval een keer extra naar de mondhygiëniste te gaan. Lichaamsbeweging en sport In principe kunt u alles doen wat u gewend bent. U kunt echter beter geen sport bedrijven waarbij het risico op lichamelijk letsel groot is. Regelmatige lichaamsbeweging is gezond voor een zwangere. Vanaf de vijfde maand kunt u meedoen aan de zwangerschapsgymnastiek. Daarnaast zijn er ook andere mogelijkheden, zoals zwangerschapsyoga, zwangerschapszwemmen, haptonomie etc. Informatie hierover kunt u krijgen via uw verloskundige. Als u twijfelt of bepaalde activiteiten wel kunnen in de zwangerschap, vraag het dan aan uw arts. Sauna/Zonnebank Er zijn aanwijzingen dat in de eerste 12 weken van de zwangerschap sauna en/of zonnebank schadelijk kunnen zijn voor het kind. Reizen Er is in principe geen bezwaar tegen reizen in de zwangerschap. Overleg wel met degene die uw zwangerschap begeleidt.
Als u naar het buitenland gaat, informeer dan bij uw zorgverzekering naar de buitenlanddekking. Als u een verre reis wilt maken, houd dan rekening met de gezondheidszorg in de landen waar u naar toe gaat. Die kan wel eens minder goed zijn dan in ons land. Sommige vaccinaties en malariatabletten zijn niet goed voor de baby. Vliegen mag in de zwangerschap. Het is raadzaam tevoren met de luchtvaartmaatschappij of het reisbureau te overleggen tot hoeveel
maanden u mag vliegen. Want luchtvaartmaatschappijen hebben daarvoor eigen – niet-medische – regels. Roken Het is bewezen dat roken onder andere de groei en de gezondheid van uw kind nadelig beïnvloedt. U doet er verstandig aan niet meer te roken.
Uiteraard is het gebruik van drugs ook uit den boze. Alcoholhoudende dranken Te veel alcohol is slecht voor de groei en ontwikkeling van het ongeboren kind. Het is dan ook niet goed alcohol te gebruiken. Seksuele activiteit Over het algemeen zijn er geen bezwaren tegen het vrijen tijdens de zwangerschap. Soms zal uw gynaecoloog u seksuele activiteiten afraden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij vaginaal bloedverlies, voortijdig verlies van vruchtwater of bij weeën. Een aantal vrouwen heeft tijdens en na seksuele opwinding last van een harde buik. Dit heeft over het algemeen geen betekenis. Röntgenonderzoek Röntgenonderzoek tijdens de zwangerschap moet zoveel mogelijk worden vermeden. Mocht een bepaald röntgenonderzoek noodzakelijk zijn, laat dan weten dat u zwanger bent. Er wordt dan rekening mee gehouden, zodat u niet bang hoeft te zijn dat uw kind schade
ondervindt. Dat geldt voor ieder röntgenonderzoek, dus ook bij de tandarts. Geneesmiddelen Probeer zoveel mogelijk het gebruik van geneesmiddelen in de zwangerschap te vermijden. De geneesmiddelen kunnen via het bloed ook bij uw kind terechtkomen. Is het toch noodzakelijk bepaalde geneesmiddelen te gebruiken, vertel dan altijd de (tand)arts die ze voorschrijft dat u zwanger bent. Neem de medicijnen die u gebruikt of heeft gebruikt ook mee naar de zwangerschapscontroles en bij eventuele opname. Het is belangrijke informatie voor uw gynaecoloog. Foliumzuur Een ‘medicijn’ dat wél aangeraden wordt is foliumzuur. Foliumzuur is een B-vitamine dat in dagelijks voedsel voorkomt en nodig is voor de vorming van rode bloedlichaampjes. Tijdens de zwangerschap is foliumzuur nodig voor een goede ontwikkeling van de hersenen en het ruggenmerg van het kind. Wanneer deze ontwikkeling niet goed verloopt, kunnen er bij de baby afwijkingen ontstaan, zoals een open ruggetje (spina bifida) en hersenafwijkingen (anencefalie). De kans op deze afwijkingen is klein. We kunnen deze kans echter nog verder verkleinen door ervoor te zorgen dat er voldoende foliumzuur aanwezig is op het moment dat de hersenen en het ruggenmerg van de baby gevormd worden. Normaal gesproken zit er voldoende foliumzuur in onze voeding, maar tijdens de zwangerschap heeft een aanstaande moeder méér nodig.
Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport adviseert daarom vrouwen die zwanger willen worden extra foliumzuur te gebruiken. Het advies luidt: vier weken vóór de zwangerschap te beginnen met het innemen van tabletten en de eerste acht weken van de zwangerschap daarmee door te gaan (1 tablet = 0,5 mg). Huisdieren Sommige huisdieren (met name katten en cavia’s) kunnen ziekten overbrengen die risico’s hebben voor het ongeboren kind. Het is niet nodig uw huisdier weg te doen, maar u moet wel met enkele zaken rekening houden.
De parasiet TOXOPLASMA GONDII kan de infectieziekte toxoplasmose overbrengen. Meestal is deze infectie van onschuldige aard en gaat vanzelf over. Het wordt echter iets heel anders als een vrouw tijdens de zwangerschap besmet wordt met de parasiet. Het ongeboren kind kan namelijk ernstige schade oplopen als de moeder deze infectie doormaakt. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft enkele adviezen, waarmee een zwangere vrouw kan proberen te voorkómen dat zij toxoplasmose oploopt. De belangrijkste zijn:
− draag handschoenen als u in de tuin werkt;
− laat de kattenbak door iemand anders schoonmaken tijdens de
− voedingsadviezen; deze vindt u onder het hoofdstuk Eten.
Uitgebreide informatie over deze ziekte en de manier om te voorkómen dat u ziek wordt kunt u nalezen in de folder van het Ministerie van VWS. De assistentes geven u deze op verzoek. Werk Bij een normaal verlopende zwangerschap kunt u blijven werken. Hierbij gelden dezelfde adviezen als bij lichaamsbeweging in de zwangerschap. Als er problemen in de zwangerschap zijn die het geheel of gedeeltelijk onmogelijk maken te werken, bespreek dit dan op uw werk of met de bedrijfsarts. Voor de wettelijke regelingen omtrent werken in de zwangerschap en later borstvoeding geven op het werk, verwijzen wij u naar de brochure ‘Als je een baan hebt en je wordt zwanger’, uitgegeven door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De assistentes geven u deze brochure op verzoek. Eten Wie zwanger is, hoeft niet voor twee te eten. Belangrijk is een volwaardige en goed gevarieerde voeding. Gebruik per dag minimaal 0,75 liter melk of melkproducten (melk, karnemelk, yoghurt, vla, kwark en kaas). In verband met bovengenoemde toxoplasmose-besmetting adviseert men geen rauw of halfrauw vlees te eten. ‘Rood’ vlees levert risico op. Verhit al het vlees door en door: goed gebraden of gestoofd vlees vormt geen risico. Verder is het belangrijk alle groenten goed te wassen voor u ze eet.
Een andere besmetting kan veroorzaakt worden door de bacterie LISTERIA die in rauwe voedingsmiddelen zit. Een infectie met deze bacterie kan een miskraam tot gevolg hebben. Om besmetting te voorkómen wordt aangeraden geen rauwe producten te eten die lang in de koeling hebben gelegen. Voorbeelden hiervan zijn rauwkost en rauwmelkse kazen (type brie, camembert en roquefort).
Lever en leverproducten bevatten een grote hoeveelheid vitamine A; te veel vitamine A is niet goed voor de ontwikkeling van de baby. Het is dus beter geen lever(producten) te eten tijdens uw zwangerschap.
Eet u vegetarisch of moet u een speciaal dieet gebruiken, vraag of uw arts u naar een diëtiste wil verwijzen.
Ga niet op eigen initiatief lijnen tijdens de zwangerschap. Wilt u toch vermageren, raadpleeg dan uw gynaecoloog. Hij/zij kan beoordelen of afvallen noodzakelijk is en zal eventueel doorverwijzen naar een diëtist. Bij bloedarmoede Het is belangrijk regelmatig groene bladgroente te eten. Eet dagelijks één of tweemaal fruit. Citrusvruchten zoals sinaasappelen, mandarijnen en citroenen helpen de opname van ijzer te vergroten. Vlees, vis, volkorenproducten en peulvruchten bevatten veel ijzer. Bij obstipatie Obstipatie is een ander woord voor een slechte stoelgang. Wie zwanger is heeft sneller moeilijkheden met ontlasting. Het gebruik van
‘ijzertabletten’ kan obstipatie in de hand werken. Als u veel last heeft van obstipatie, kunnen aambeien het gevolg zijn. Probeer bij het eten daarmee rekening te houden. Gebruik zo min mogelijk geroosterde etenswaren. Ook lang getrokken thee, rode wijn en witbrood veroorzaken obstipatie. Eet vezelrijke voeding zoals grof bruinbrood, roggebrood, fruit, rauwkost en zure melkproducten (karnemelk, magere yoghurt). Ook kunt u extra zemelen gebruiken. Deze zijn in de vorm van poeder of zemelkoekjes bij de drogist, reformhuizen of uitgebreide supermarkten te koop. Gebruik bij de zemelen wel voldoende extra vocht, anders werkt het averechts. Indien u meer wilt weten over eetadviezen, dan verwijzen wij u naar de brochure ‘Eten als je zwanger bent’ van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding. De assistentes geven u deze brochure op verzoek. Ongemakken tijdens de zwangerschap Elke zwangerschap verloopt anders. De één heeft nergens last van, de ander heeft van begin tot eind last van allerlei ongemakken. In dit hoofdstuk staat een aantal mogelijke klachten op een rijtje, met daarbij adviezen om er zo min mogelijk hinder van te ondervinden. Misselijkheid Misselijkheid komt vooral de eerste maanden van de zwangerschap veel voor. Het lichaam moet dan wennen aan de verandering in de hormoonhuishouding. Meestal ondervindt de baby er geen hinder van en groeit gewoon door. Als u echter vaak en overmatig blijft braken, is het verstandig de gynaecoloog of huisarts te raadplegen. Het is in het
algemeen beter om verspreid over de dag kleine porties te eten, in plaats van drie grotere maaltijden. Blijf in elk geval goed drinken. Moeheid Moeheid is een klacht die tijdens de gehele zwangerschap kan voorkomen. Dit wordt meestal veroorzaakt door bloedarmoede: het ijzergehalte van het bloed is dan te laag. Door goede voeding kan bloedarmoede voorkomen worden. Wanneer er echt sprake is van een ijzertekort zal de gynaecoloog ‘ijzertabletten’ voorschrijven. Pijnlijke borsten Ook pijnlijke borsten zijn het gevolg van hormoonveranderingen. Aan de borsten is zelfs eerder te zien dat u zwanger bent dan aan de buik. De huid rond de tepels wordt donkerder, adertjes worden zichtbaar, de borsten voelen gespannen aan en ze worden vaak groter. Het lichaam is nu duidelijk bezig zich voor te bereiden op de productie van borstvoeding. Een stevige sportbeha die alvast een cupmaat groter is dan u normaal nodig heeft, geeft de borsten extra steun. Maagzuur Zeker de laatste drie maanden van de zwangerschap is de baarmoeder zo groot, dat hij tegen de maag drukt. Hierdoor kan er maagzuur uit de maag omhoog komen in de slokdarm. Dit geeft een vervelend, branderig gevoel tot diep in de keel. Om hiervan minder last te hebben is het goed de voeding in kleinere porties over de dag te verdelen en vooral rustig te eten en goed te kauwen. Maagzuurklachten kunnen veroorzaakt worden door: koolzuurhoudende dranken, alcohol,
koolsoorten, scherpe kruiden, vetrijk voedsel, pepermunt en veel koffie of thee. Deze voedingsmiddelen geven niet bij iedereen klachten: u zult zelf moeten ervaren wat u beter niet kunt eten. Heeft u vooral ’s nachts veel last, zorg dan dat uw hoofd iets hoger ligt door een extra kussen te nemen of het hoofdeinde van het bed iets hoger te zetten. Als u maagzuur voelt opkomen, probeer dan een glas lauwe melk te drinken of een paar eetlepels vanillevla te eten. Spierkrampen Sommige vrouwen hebben tijdens hun zwangerschap (meer) last van spierkrampen, wat bijzonder pijnlijk kan zijn. Het gaat meestal om kramp in benen en voeten en komt vooral ‘s nachts voor. Het kan helpen een glas warme melk te drinken voor het slapen gaan. Ook kunt u oefeningen doen om de bloedsomloop te stimuleren: cirkels draaien met de voeten en zwaaien met de onderbenen. Krijgt u kramp, dan kunt u proberen die te laten verdwijnen door de knie te strekken en de voet op te trekken met de tenen in de richting van uw neus. Rugpijn De helft van alle zwangeren heeft last van rugklachten, vooral onder in de rug. Door de dikke buik verplaatst het zwaartepunt van het lichaam zich steeds meer naar voren. Hierdoor verandert de lichaamshouding. Men is geneigd dit te corrigeren door met een holle rug te gaan lopen. Probeer goed rechtop te staan en te lopen en draag geen hoge hakken. Vermijd zwaar tillen. En als u toch moet tillen, zak dan door de knieën. Zwemmen wordt vaak geadviseerd om de rug te ontlasten. Spataderen Bloedvaten verslappen onder invloed van de zwangerschapshormonen. Dit kan spataderen en aambeien tot gevolg hebben. Spataderen uiten zich in een pijnlijk en zwaar gevoel, en verdwijnen na de zwangerschap meestal weer. Veel beweging helpt spataderen te voorkomen. Het is ook van belang niet lang achter elkaar te staan of te zitten. Leg uw benen wat hoger als u rust en draag eventueel een steunpanty. Wisseldouches van de kuiten kunnen de klachten doen afnemen.) Wisseldouches zijn douches met afwisselend warm en koud water, waarbij u moet eindigen met koud water.) Dikke voeten Dikke voeten en enkels komen bij veel zwangere vrouwen aan het eind van de dag voor. Vooral bij warm weer kunt u er last van hebben. Er is weinig tegen te doen. Ook hier gelden de adviezen zoals bij de spataderen: vermijd lang staan of zitten en leg de voeten wat hoger. Zwangerschapscontroles In uw zwangerschap zijn regelmatige controles nodig om tijdig eventuele problemen te ontdekken. De eerste controle is uitgebreider dan de daaropvolgende. De gynaecoloog wil een aantal zaken weten die van belang kunnen zijn voor een goed verloop van uw zwangerschap, bevalling en kraambed. Vastgesteld wordt wanneer de bevalling wordt verwacht. Ook wordt er een bloedonderzoek gedaan.
Een normale zwangerschap duurt 38 tot 42 weken, met een gemiddelde van 40 weken. Hierbij wordt gerekend vanaf de eerste dag van de laatste menstruatie. Bij iedere zwangerschapscontrole vindt standaard een aantal onderzoeken plaats:
− meten van de bloeddruk en het gewicht;
− bepalen van de groei van de baarmoeder en het kind;
− luisteren naar de harttonen van het kind;
− na de 35e week: bepalen van de ligging van het kind;
Complicaties Door regelmatige zwangerschapscontroles kunnen complicaties vroegtijdig worden herkend. In het begin is het voldoende u om de vier weken te laten controleren. In de laatste weken komt u elke week op controle. Soms is het nodig wat vaker terug te komen, extra (bloed) onderzoek uit te laten voeren, of bijvoorbeeld een dieet te volgen. Het kan zelfs nodig zijn u in het ziekenhuis op te nemen. Dat is vervelend, maar het betekent niet meteen dat er iets heel ernstigs aan de hand is. Voorkomen is beter en gemakkelijker dan genezen. Vraag uw gynaecoloog in ieder geval naar het hoe en waarom van bepaalde onderzoeken of behandelingen. Neem bij tussentijdse problemen altijd contact op met de poli gynaecologie. De belangrijkste redenen om contact op te nemen zijn:
− regelmatig een pijnlijke, harde buik;
− in 24 uur tijd duidelijk minder leven voelen
− aflopen van vocht uit de vagina. Mogelijk is dit vruchtwater;
Speciale onderzoeken Echoscopie Bij een echoscopie of ultra-geluidonderzoek wordt gebruik gemaakt van geluidsgolven. Deze geluidsgolven hebben een hogere frequentie dan het menselijk oor kan horen. De door het toestel uitgezonden geluidsgolven worden door de inwendige organen weerkaatst. Het echoscopieapparaat verwerkt deze teruggekaatste golven tot een afbeelding. Deze afbeelding van de inwendige organen kan op een beeldscherm worden bekeken. Een echoscopie kan uitwendig via de buik of inwendig via de vagina worden gedaan. Tijdens de zwangerschap wordt dit onderzoek gebruikt voor:
− de bepaling van de zwangerschapsduur;
− de controle van groei en ontwikkeling van het kind;
− de tijdige herkenning van meerlingzwangerschappen.
Ook kunnen sommige aangeboren afwijkingen worden ontdekt. Of uw kind helemaal gezond is, kan een echoscopisch onderzoek nooit garanderen. Dit onderzoek is niet bedoeld voor het bepalen van het geslacht van het kind. Dit wordt alleen gedaan als er een medische reden voor bestaat. Een echoscopie is in principe niet pijnlijk, maar kan soms een ongemakkelijk gevoel geven bij een volle blaas. De veiligheid van echoscopieën Echoscopie kan geen miskraam veroorzaken. Ook vaginale echoscopie bij patiënten die vaginaal bloedverlies hebben zijn veilig. Deze onderzoeksmethode wordt al meer dan 30 jaar toegepast en uitgebreide onderzoeken hebben geen schadelijke effecten aangetoond. Sommige onderzoekers menen wel minimale groeivertraging en iets meer linkshandigheid te hebben gevonden. Bij een medische reden voor het onderzoek wegen de voordelen op tegen de mogelijk nadelen. Dit is ook het officiële standpunt van Amerikaanse en Europese verenigingen op het gebied van ultrageluid. Het is niet te garanderen dat, tot nu toe onbekende, ongewenste effecten zullen optreden. Daarom is het verstandig voorzichtig te zijn en geen echoscopie te laten doen ‘omdat het zo leuk is.’ Hartfilmpje of CTG Het CTG, afkorting voor Cardio-Toco-Gram, is een methode om de conditie van het kind te bepalen en weeën te registreren. Met een soort microfoon worden via uw buikwand de harttonen van het kind geteld en vastgelegd. Als een zwangerschap zich zonder moeilijkheden ontwikkelt, is het niet nodig om een hartfilmpje te maken. Het is dan voldoende de harttonen te horen met een soort stethoscoop of microfoon. Tijdens elke bevalling op medische indicatie worden regelmatig CTG’s gemaakt. Vruchtwateronderzoek Het is mogelijk via de buikwand van de moeder wat vruchtwater af te nemen voor het verrichten van laboratoriumonderzoek.
Dit onderzoek vindt plaats in de eerste vier maanden van de zwangerschap in speciale centra in Nederland en alleen bij een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen bij het kind. Uw gynaecoloog zal met u bespreken of u hiervoor in aanmerking komt. Vlokkentest Een ander onderzoek naar het voorkomen van bepaalde aangeboren afwijkingen is de vlokkentest. Via de baarmoedermond of de buikwand wordt een kleine hoeveelheid weefsel naast de moederkoek opgezogen. Het weefsel onderzoekt men op aangeboren afwijkingen. Ook dit onderzoek vindt alleen plaats in bepaalde centra en op speciale indicatie. De bevalling De bevalling is waarschijnlijk begonnen wanneer de baarmoeder regelmatig hard en pijnlijk wordt. Vaak gaat dit gepaard met wat slijmerige, soms wat bloederige afscheiding. Dit laatste kan ook gebeuren wanneer de baarmoederactiviteit nog onregelmatig is. Dit heet het ‘tekenen’. Het is het gevolg van beginnende ontsluiting. U moet met de afdeling verloskunde contact opnemen:
− bij regelmatige weeën of tekenen; (regelmatig is een uur lang elke 5
minuten, of bij een tweede of volgend kind een uur lang elke 10 minuten)
− bij vochtverlies met of zonder weeën;
− als u twijfelt of ongerust bent.
U hoeft niet bang te zijn voor niets te bellen of te komen. Bel in ieder geval altijd even op. Achter in deze brochure vindt u een overzicht van de belangrijkste telefoonnummers. Pijn tijdens de bevalling Hoe pijnlijk een bevalling zal zijn is niet te voorspellen. Er zijn een aantal methoden om de pijn bij een bevalling te verminderen: door middel van een injectie in de bovenbeenspier of door middel van epidurale anesthesie (de zogenaamde ‘ruggenprik’). Ieder methode heeft zijn voor- en nadelen.
Afhankelijk van het verloop van de bevalling en uw lichamelijke gesteldheid wordt bekeken welke manier van pijnbestrijding op dat moment voor u het meest geschikt is. Pijnstilling toedienen is een medische handeling en wordt gegeven na een consult van een gynaecoloog. In geval van epidurale anesthesie wordt u, indien u onder controle van een verloskundige was, overgedragen aan de gynaecoloog. De ruggenprik wordt gegeven door een anesthesist. Deze is in principe 24 uur per dag beschikbaar en komt zodra daarvoor de gelegenheid is.
U kunt tijdens de zwangerschapscontrole uw wensen ten aanzien van de pijnbestrijding bespreken. Over de wijze van pijnbestrijding kunnen van tevoren echter geen vaste afspraken gemaakt worden. Keizersnede Het is soms nodig de baby met behulp van een keizersnede geboren te laten worden. Vaak is het mogelijk bij deze ingreep gebruik te maken van een ruggenprik. In dat geval kan uw partner op de operatiekamer bij u blijven. Bij spoedgevallen gebeurt de ingreep onder algehele narcose. Dan kan de partner helaas niet mee naar de operatiekamer. Inleiden van de bevalling In enkele gevallen is het nodig de bevalling in te leiden. Dit betekent dat er niet gewacht wordt tot de bevalling spontaan op gang komt, maar dat de gynaecoloog de natuur ‘een handje helpt’. Na de inleiding verloopt de bevalling verder op een natuurlijke manier. Dit inleiden kan op drie manieren gebeuren:
− met een medicament, dat vaginaal wordt ingebracht;
− een tablet dat u gewoon kunt inslikken;
− met een infuus met een weeënopwekkend medicijn.
De gynaecoloog heeft reeds met u besproken welke methode bij u de voorkeur heeft. Voor uitgebreide informatie over inleiding van de bevalling verwijzen wij u naar de brochure ‘Het inleiden van de baring – Vragen en Antwoorden’, die de assistentes op uw verzoek meegeven. Alternatieve bevalling In verschillende culturen wordt op verschillende manieren bevallen. Ook binnen onze ‘westerse’ cultuur zoekt men sinds een aantal jaren naar andere manieren. Welke methode u ook kiest, u moet er vanuit gaan dat de beste methode die is, waarin u zich het meest thuis voelt.
Bespreek met uw gynaecoloog wat uw wensen zijn. Hij/zij zal bekijken of het in praktijk uitvoerbaar is. U kunt de ontsluitingsperiode bijvoorbeeld onder een warme douche doorbrengen. Hoe u ook wilt bevallen, het moet voor degene die uw bevalling begeleidt mogelijk blijven haar of zijn werk te kunnen doen. Er bestaat dus altijd de mogelijkheid dat u anders bevalt dan u zelf graag had gewild. Na de bevalling Het onderzoek van de baby Als er geen bijzonderheden zijn, gaat het kind met u mee naar huis. Als u in het ziekenhuis moet blijven, staat uw kind naast uw bed. Als uw baby te vroeg is geboren of te weinig weegt wordt hij of zij direct na de bevalling naar de kinderafdeling overgeplaatst. Soms wil de kinderarts om andere redenen het kind gedurende een bepaalde tijd observeren. Ook dan wordt uw baby voor enige tijd opgenomen op de kinderafdeling. Het kraambed Als u om medische reden in ons ziekenhuis bent bevallen, wil dat niet zeggen dat u ook uw kraambed in het ziekenhuis moet doorbrengen. Als u het kraambed thuis doorbrengt, komt een verloskundige of uw huisarts een aantal malen bij u thuis kijken of alles goed verloopt. Neem in de laatste maanden van uw zwangerschap contact op met de betreffende persoon. Bespreek tijdens uw zwangerschap met uw arts waar u het kraambed kunt doorbrengen. U moet uiterlijk in de vierde maand van uw zwangerschap kraamhulp aanvragen. Het is ook mogelijk
de kraamperiode in het Kraamzorg Hotel door te brengen. De telefoonnummers voor het aanvragen van kraamhulp en van het Kraamzorg Hotel vindt u achter in deze brochure.
In de periode na de bevalling heeft u rust nodig. De bevalling is niet alleen een inspannende gebeurtenis, ook alle emoties en veranderingen in uw eigen lichaam en omgeving vragen veel energie. Het is dan ook verstandig (vooraf) duidelijke afspraken te maken omtrent het bezoek. Denk bijvoorbeeld aan het inlassen van rustuurtjes, of laat bezoekers eerst bellen voor een afspraak. Zo voorkomt u dat u te veel en te lang bezoek krijgt, thuis of in het ziekenhuis.
Over de verzorging van uzelf en de baby krijgt u informatie en instructie van de verpleegkundige van de afdeling of de kraamverzorgster thuis. Het is belangrijk dat u een goede hygiëne in acht neemt, zowel voor u als voor de baby. Als u hechtingen heeft zal dit wondgebied speciale verzorging nodig hebben. Hechtingen kunnen soms lastig zijn, vooral bij lopen en zitten. Over het algemeen worden oplosbare hechtingen gebruikt, die niet verwijderd behoeven te worden. Borst- of flesvoeding Welk soort voeding u uw baby gaat geven is iets om tijdens de zwangerschap al over na te denken. Borstvoeding is in feite de meest complete voeding en bevat zoveel, dat in principe de eerste zes maanden geen andere voeding gegeven zou hoeven worden. Het is hygiënisch, altijd op temperatuur, goedkoop, altijd bij de hand en ook nog eens milieuvriendelijk. Borstvoeding bevat afweerstoffen die
een pasgeboren baby beschermen, ook als deze te vroeg geboren is. Ook vertonen baby’s die borstvoeding krijgen veel minder allergische reacties dan baby’s die met de fles worden gevoed. Borstvoeding helpt ook bij een sneller herstel van het lichaam van de moeder na de bevalling, doordat de baarmoeder samentrekt tijdens het voeden. Op de afdeling verloskunde krijgt u desgewenst een foldertje met tips over het geven van borstvoeding en eventuele bijvoeding. Het personeel van de afdeling werkt volgens die regels en kan u altijd nadere uitleg geven. Zeker zullen zij u steunen, adviseren en behulpzaam zijn, zodat op een zo prettig mogelijke manier de borstvoeding op gang komt en u er zo lang als u zelf wilt mee door kunt gaan. Zij kunnen u ook informeren over praktische zaken voor als u weer thuis bent. Bijvoorbeeld het huren van een kolfapparaatje voor als u weer zou gaan werken na verloop van tijd.
Wanneer borstvoeding niet mogelijk is of niet lukt, is flesvoeding een goed alternatief. Voor welk soort voeding u ook gekozen hebt, u kunt in alle gevallen rekenen op een goede begeleiding en u kunt met al uw vragen terecht bij de medewerkers van de afdeling. Nuttige adressen en telefoonnummers vindt u achter in deze brochure. Weer thuis Na de bevalling neemt het vaginale bloedverlies geleidelijk af. Onregelmatig, weinig bloedverlies gedurende een paar weken is normaal. Duurt het lang of vindt u het erg veel, neem dan contact op met uw verloskundige of huisarts. De eerste menstruatie komt, als u geen borstvoeding geeft, meestal binnen zes tot twaalf weken. Als u
borstvoeding geeft kan de eerste menstruatie op zich laten wachten. Het uitblijven van de menstruatie betekent niet dat u niet zwanger kunt worden. Wanneer u weer seksueel contact kunt hebben na een bevalling hangt af van uw omstandigheden. Het is raadzaam te wachten tot het bloedverlies vrijwel geheel is gestopt. Als u hechtingen heeft gehad, kan het litteken gedurende enkele maanden na de bevalling nog gevoelig zijn. Denk in ieder geval aan goede geboorteregeling vóór u weer seksueel actief wordt, ook als u borstvoeding geeft. Het geven van borstvoeding is geen vorm van anticonceptie. Advies hierover kunt u bij de verloskundige, huisarts of gynaecoloog vragen. Door de zwangerschap en bevalling zijn buik- en bekkenbodemspieren verslapt. U kunt die spieren weer in conditie brengen door oefeningen te doen. In de meeste plaatsen is ‘postnatale gymnastiek’ te volgen. Informeer hiernaar bij uw kruisvereniging. De afdeling verloskunde van Maasstad Ziekenhuis De verloskamers De afdeling beschikt over een verloscentrum met vijf verloskamers. Bij de verloskamers zijn douche- en toiletgelegenheden. Daarnaast zijn er ruimtes waar de kinderarts de pasgeborene zo nodig kan onderzoeken. Vanzelfsprekend kan uw partner bij de bevalling aanwezig zijn, en als u dat wilt, in overleg, nog een tweede persoon. Thuis bevallen is anders dan in het ziekenhuis. Persoonlijker en gezelliger. Uiteraard streven wij ernaar u de beste en meest persoonlijke zorg te geven die mogelijk is. Maar het blijft een ziekenhuis.
Omdat u in een opleidingsziekenhuis bevalt, kan het gebeuren dat bij de bevalling, naast uw verloskundige of gynaecoloog, ook personeel in opleiding aanwezig is; uiteraard alleen als u hiertegen geen bezwaar heeft. Op elke verloskamer is telefoon aanwezig. U heeft dus na de bevalling en de verzorging van u en uw baby gelegenheid uw familie te bellen. U kunt ook direct bezoek ontvangen in overleg met uw verpleegkundige. Tenslotte is er beschuit met muisjes. De afdeling verloskunde Na de bevalling komt u op de afdeling verloskunde te liggen. Hier worden zwangeren, kraamvrouwen en zuigelingen verpleegd. De afdeling heeft twee eenpersoonskamers, zes tweepersoonskamers, een driepersoons- en een vierpersoonskamer. Daarnaast zijn er twee behandelkamers voor poliklinische verrichtingen. De afdeling hanteert het ‘rooming-in-principe’. Dit houdt in dat uw baby gedurende 24 uur per dag in de wieg naast uw bed staat. ‘s Morgens wordt de baby door een verpleegkundige bij u op de kamer verzorgd. De baby draagt in principe kleertjes van het ziekenhuis. U mag natuurlijk ook eigen kleding gebruiken. Zodra u dit zelf wilt en kunt, wordt u (zo nodig) geleerd uw baby te baden en te verzorgen. Er zijn op de afdeling vaste voedingstijden, maar die kunnen aan uw wens of aan het ritme van uw baby worden aangepast. De gynaecoloog of afdelingsarts komt elke dag bij u langs en bespreekt met u het te volgen beleid. Een co-assistent assisteert de afdelingsarts. Bezoek Uw partner is welkom vanaf 10.30 uur tot 12.30 uur en van 14.00 tot 19.30 uur. Het rustuur is van 12.30 uur tot 14.00 uur. Familie en vrienden zijn welkom van 14.00 tot 15.00 uur en van 18.00 tot 19.30 uur. In verband met de rust op de afdeling verzoeken wij u om met maximaal twee bezoekers tegelijk op de kamer te komen. In overleg met de verpleegkundige zijn, indien dit niet anders kan, uitzonderingen betreffende de bezoektijd mogelijk. De couveuseafdeling Hier worden baby’s verpleegd die zijn geboren met een te laag gewicht of om andere redenen hier beter behandeld kunnen worden. Indien uw baby onverwacht op deze afdeling moet worden opgenomen, krijgt u nog aanvullende informatie hierover. Natuurlijk zijn er voldoende mogelijkheden om uw baby te bezoeken en zelf voeding te geven. De opname Wanneer u denkt dat de tijd is aangebroken om naar het ziekenhuis te gaan, zoals bij vruchtwater- of bloedverlies of bij weeënactiviteit, neem dan contact op met uw verloskundige als u daar behandeling bent. Bent u onder behandeling van de gynaecoloog dan moet u contact opnemen met de verpleegkundige van de verloskamer. Het telefoonnummer is: 010 – 291 26 79.
Als u naar het ziekenhuis komt, vergeet dan niet mee te nemen:
− zwangerschapskaart verloskundige (indien u daar onder controle
− toiletartikelen (tandenborstel, tandpasta, shampoo, zeep)
− kort nachthemd of T-shirt voor de bevalling
− gewone kleding voor als u naar huis gaat
− fototoestel, videocamera (zorg voor opgeladen batterijen!)
− tweemaal een setje babykleding (rompertje, babypakje, sokjes,
− dextro, voor de vaders is er een kantine voor broodjes en dergelijke
Drinken krijgt u van het ziekenhuis.
− lijstje met belangrijke telefoonnummers
− maxicosi (kan ook meegenomen worden als moeder en kind naar
Parkeren: u kunt voor de deur van de afdeling uitstappen. De auto dient daarna wel op de daarvoor bestemde parkeerplaats weggezet te worden.
Op de afdeling verloskunde wordt u ontvangen door een verpleegkundige, die u meeneemt naar een van de verloskamers. Zij zal de weeënactiviteit en de harttonen van uw baby controleren. Meestal
wordt dan ook een CTG gemaakt. Dit is het registreren van de hartslag van uw baby en het samentrekken van de baarmoeder. In overleg met de gynaecoloog of verloskundige wordt het verdere beleid met u besproken. Het ontslag Afhankelijk van het tijdstip van uw bevalling kunt u ‘s morgens vroeg of laat in de middag naar huis. Zijn er problemen geweest rond de bevalling of vindt de kinderarts het noodzakelijk dat uw kind nog enige tijd moet worden geobserveerd, dan kunt u meestal beiden langer in het ziekenhuis blijven. Dit is afhankelijk van de polisvoorwaarden van uw verzekering. Over de kraamhulp hoeft u zich geen zorgen te maken. Gaat u na een paar dagen naar huis, dan komt u meestal nog in aanmerking voor kraamhulp. Gebruikelijke tijden voor ontslag zijn tussen 10.00 uur en 11.00 uur ‘s morgens en tussen 14.00 uur en 16.00 uur ’s middags. Deze tijden sluiten het beste aan bij de kraamzorg thuis. Als uw kind op de kinderafdeling is opgenomen, kunt u tot vijf dagen in het ziekenhuis blijven op de afdeling verloskunde.
Voor het ontslag krijgt u, zo nodig, alle informatie over het verzorgen van uw baby. Indien de bevalling plaats vond onder leiding van de gynaecoloog, dan wordt diegene die de nazorg doet op de hoogte gesteld van het ontslag. Indien nodig komt u 6 weken na de bevalling op de polikliniek voor een nacontrole. Hiervoor krijgt u bij het naar huis gaan een afspraak mee. Vond uw bevalling plaats onder leiding van uw verloskundige, dan maakt deze de afspraken voor de nacontrole. Belangrijk Naast verplichte aangifte van uw kind bij de burgerlijke stand (binnen 2 werkdagen), moet u beslist niet vergeten uw kind aan te melden bij uw ziektekostenverzekering. Indien u dit vergeet kan dit vervelende financiële gevolgen hebben, omdat de kosten dan aan u persoonlijk in rekening worden gebracht. Tot slot De medewerkers van de afdeling zullen proberen om uw verblijf in ons ziekenhuis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen. Mocht u nog vragen hebben, stel ze dan gerust aan de verpleegkundige, gynaecoloog of verloskundige.
Als u kritiek of suggesties heeft op de inhoud van deze brochure, horen wij die graag van u. U kunt dat altijd doorgeven aan de medewerkers van de afdeling verloskunde of aan de gynaecoloog. Met behulp van uw op- en aanmerkingen kunnen we verbeteringen aanbrengen in de volgende uitgave van deze brochure. Informatie over niet-geregistreerde medicijnen voor zwangerschapbehandelingen Er zijn de afgelopen jaren veel nieuwe medicijnen bij gekomen om bijvoorbeeld voortijdige weeënactiviteiten of hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap te behandelen. Omdat u verontrust zou kunnen raken door de ontbrekende of achterhaalde informatie over de behandeling tijdens de zwangerschap in de bijsluiter, willen wij u enige uitleg geven.
Voordat een behandelaar in Nederland medicijnen kan voorschrijven, moeten deze door de overheid zijn getest en goedgekeurd. In alles volgens de juiste procedure in orde blijk, worden de medicijnen vrijgegeven en voor gebruik geregistreerd. Het probleem is echter gelegen in het feit dat er medicijnen zijn die de farmaceutische industrie commercieel niet belangrijk vindt om te laten registreren voor nieuwe behandelingen, zoals in de zwangerschap. Als de behandelend artsen zouden uitgaan van de lijst van geneesmiddelen die wel geregistreerd staan voor gebruik bij zwangere patiënten, dan zouden de behandelingsmogelijkheden ernstig worden beperkt. Artsen zullen uiteraard alleen medicijnen voorschrijven waar wij van overtuigd zijn dat dit ook de meeste veilige en effectieve keuze voor u is. Maar het kan dus zijn dat u behandeld gaat worden met medicijnen die niet geregistreerd zijn voor de behandeling van zwangeren. Het betreft onder meer een aantal medicijnen die voorschreven kunnen worden tegen hoge bloeddruk in de zwangerschap. Tevens wordt aan zwangere patiënten waarbij een hoge bloeddruk moet worden voorkomen, vaak een lage dosis aspirine voorgeschreven. Bij een behandeling van voortijdige weeënactiviteit gaat het voornamelijk om de volgende geneesmiddelen: Adalat en Indomethacine. Tegen de misselijkheid gaat het om het geneesmiddel Emasefene. Voor de longrijping van het ongeboren kind gaat het om het geneesmiddel Celestone. Als u wordt opgenomen vanwege problemen tijdens de zwangerschap, wordt uw lichamelijke toestand en die van uw kind goed geobserveerd. Bij een deel van de vrouwen, met name bij een ernstig hoge bloeddruk
dan wel voortijdige weeën, zal de behandeling kunnen bestaan uit medicijnen die niet geregistreerd zijn voor de behandeling van zwangeren. Uiteraard zullen alleen die medicijnen worden voorgeschreven die veilig en werkzaam zijn voor uw specifieke klachten. Hebt u na het lezen van deze informatie vragen over behandeling met medicijnen, stel deze dan gerust aan uw behandelend arts op de polikliniek of bij uw opname aan de zaalarts. Nuttige adressen en telefoonnummers Bij problemen tijdens de zwangerschap kunt u altijd contact opnemen met de polikliniek gynaecologie: Telefoon: 010 – 291 22 80.
De belangrijkste telefoonnummers vermelden we nog een keer:Algemeen nummer:
Zorgadministratie voor vragen van financiële aard:
Zwangerschapsgymnastiek/postnatale gymnastiekRegio Rotterdam: Thuiszorg RotterdamTelefoon: 010 – 282 68 52Regio Ridderkerk, Drechtsteden: Stichting OpmaatTelefoon: 0900 – 86 64Regio Hoekse Waard: Kruiswerk Zuid-Hollandse EilandenTelefoon: 0186 – 57 37 77
Inschrijven kraamzorg thuisRegio Rotterdam: Kraamzorg Rotterdam en omstrekenTelefoon: 010 – 282 62 30Regio Ridderkerk, Drechtsteden: Stichting OpmaatTelefoon: 0900 – 86 64Regio Hoekse Waard: Kraamzorg NederlandTelefoon: 0186 – 61 20 55
Vereniging Borstvoeding NatuurlijkPostbus 1193960 BC Wijk bij DuurstedeTelefoon: 0343 – 57 66 26
Vereniging Keizersnede OudersPostbus 2332170 AE SassenheimTelefoon: 0252 – 23 07 72
Vereniging van ouders van CouveusekinderenPostbus 531781007 RD AmsterdamTelefoon: 020 – 679 37 42
Vereniging van ouders van meerlingenGildemark 351351 HC AlmereTelefoon: 072 – 589 70 06
Voorlichtingsbureau voor de VoedingPostbus 857002508 CK Den HaagTelefoon: 070 – 351 08 88
Kraamzorg Hotel NoordVliegveldweg 59/613043 NT RotterdamTelefoon: 010 – 282 62 70
GeboorteHotel MaasstadMaasstadweg 4Rotterdamwww.geboortehotel.com
Lezenswaardig ‘Bevallen en Opstaan’ J. Spanjer e.a. uitgave Bert Bakker, verkrijgbaar in de boekhandel
‘Het grote wonder’L. Nilssonuitgave Ploegsma, verkrijgbaar in de boekhandel
‘In verwachting? Voorkom dan een toxoplasmose infectie’folder van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
‘Resusnegatief en zwanger’folder van CLB (Centraal Laboratorium Bloedtransfusie)
‘Als je een baan hebt en je wordt zwanger’brochure van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
‘Het inleiden van de baring. Vragen en Antwoorden.’brochure van Upjohn
Voor het samenstellen van deze brochure is, met toestemming, gebruik gemaakt van het boekje ‘Bevallen in het ziekenhuis’ van de Ziekenhuizen Noord-Limburg en de brochure ‘Stapje voor Stapje 1’ van Nutricia b.v. Trefwoorden
Adressen . 34Afdeling verloskunde . 27Alcoholhoudende dranken . 8Alternatieve bevalling . 23Bevalling . 20Bezoek . 29Bloedarmoede . 12Borst- of flesvoeding . 25Complicaties . 17Couveuseafdeling . 29Dikke voeten . 16Echoscopie .18–19Eten . 11Foliumzuur . 9Gebitsverzorging . 6Geneesmiddelen . 9Hartfilmpje of CTG . 19Huisdieren . 10Informatieavonden . 4Inleiden van de bevalling . 23Keizersnede . 23Het kraambed . 24Leefregels . 6Lezenswaardig . 36Lichaamsbeweging en sport . 7Maagzuur . 14Medische indicatie . 5Misselijkheid . 13
Moeheid . 14Na de bevalling . 24Nuttige adressen . 34Obstipatie . 12Onderzoek van de baby . 24Ongemakken tijdens de zwangerschap . 13Opname . 29Pijnlijke borsten . 14Pijn tijdens de bevalling . 21Reizen . 7Roken . 8Röntgenonderzoek . 8Rugpijn . 15Sauna . 7Seksuele activiteit . 8Spataderen . 16Speciale onderzoeken . 18Spierkrampen . 15Sport . 7Telefoonnummers . 34Verloskunde . 27Vlokkentest . 20Vruchtwateronderzoek . 19Weer thuis . 26Werk . 11Zonnebank . 7Zwangerschapscontroles . 16
Maasstad Ziekenhuis Maasstadweg 21, 3079 DZ Rotterdam Postbus 9100, 3007 AC Rotterdam Telefoon 010 – 291 19 11 www.maasstadziekenhuis.nl [email protected]
V U O S I K E R T O M U S L I N T U L A H D E N K U J A 4 , 0 0 5 3 0 H E L S I N K I P L 3 0 , 0 0 2 7 1 H E L S I N K IA L KO H O L I T U T K I M U S S Ä Ä T I Ö P u h e e n j o h t a j a Va r a p u h e e n j o h t a j a J ä s e n e t P u h e e n j o h t a j a J ä s e n e t A s i a n t u n t i j a t Kalervo Kiianmaa, tutkimusprofessori J ä s e n e t
Outpatient Hysteroscopy – Patient Information Leaflet What is a hysteroscopy? Hysteroscopy or visualisation of the uterine cavity is a test carried out to see if anything is wrong inside the womb (uterus). You may be having this investigation if you have had some abnormal or irregular uterine bleeding, if there is suspicion of endometrial polyps of fibroids, if there is suspicion of en