Ziezon.nl

Kijk- en handelingswijzer ziektebeeld Astma in relatie tot onderwijsAuteur drs. J. MeijsApril 2012 Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs 1. Inleiding.
Deze handelingswijzer is bedoeld voor leerkrachten, consulenten en andere professio-nals in het (speciaal) onderwijs, die in hun werk te maken hebben met leerlingen met astma. Allereerst wordt het ziektebeeld in een aantal paragrafen beschreven. Daarna volgen een aantal adviezen voor de pedagogisch-didactische situatie. 1 Astma is de meest voorkomende chronische ziekte bij kinderen en jongeren. Het is een lichamelijke aandoening, waarbij erfelijke en allergische aspecten een grote rol spelen. Klachten tengevolge van de ziekte treden niet dagelijks en vaak in wisselende mate op. Het is dan ook een aanvalsgewijze aandoening. Astma is voor de omgeving vaak een onzichtbare aandoening. Meestal vinden de meeste klachten aan het eind van de nacht plaats, terwijl het overdag veel beter gaat. In het algemeen is de behan-deling met medicatie succesvol. Het kind moet zich dan wel aan de voorgeschreven medicatie en leefregels houden. Dat noemt men “therapietrouw” (in de Engelstalige literatuur compliance of ook wel adherence genoemd) enkele veel voorkomende begrippen: verklarende woordenlijstallergenen: specifieke, allergische reactie uitlokkende stoffen de werkzame stof bij allergiebestrijding bronchiale hyperreactiviteit: overgevoeligheid van de luchtwegen bronchus luchtpijpcortico-steroiden: astma-aanval wordt ook wel exacerbatie genoemd.
indien er vaker dan ogv de diagnose te verwachten zou zijn klachten en exacerbaties optreden. vernauwing wordt ook wel obstructie genoemd.
piekstroommeter: meet de maximale snelheid en hoe-veelheid uitgeademde lucht) 2. Ziektebeeld 2
beschrijvingKern van het ziektebeeld astma is de overgevoeligheid van het longslijmvlies (bronchi-ale hyperreactiviteit): de luchtwegen reageren te sterk, te snel en te lang op prikkels (uitlokkers). De binnenkant van de luchtwegen (slijmvliezen) reageert namelijk met een irritatie- en ontstekingsreactie en raakt daardoor opgezwollen en minder door-gankelijk. Tegelijk of los daarvan kan er aan de buitenkant van de luchtwegen een samentrekking van de spieren plaatsvinden, waardoor de luchtbuisjes tijdelijk ver-nauwd raken.
Hoe doorgankelijk de luchtwegen (zouden moeten) zijn wordt op verschillende ma-nieren gemeten tijdens het longfunctie- onderzoek in het ziekenhuis.
1 Wij zijn dr. E-J van de Griendt, als kinderlongarts verbonden aan de Kinderkliniek en het Flevoziekenhuis te Almere, zeer veel dank verschuldigd voor het kritisch meelezen van de concepttekst.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs De klachten kunnen zijn: hoesten, piepen, kortademigheid, volzittende ademhaling en/ of opgeven van slijm, benauwd zijn. Astma kan gepaard gaan met eczeem en met Bij naar schatting 60 - 70% van deze kinderen komen ook inspanningsgebonden klachten voor, dat wil zeggen dat hevige, snelle en/of acute fysieke inspanning tot benauwdheid kan leiden.
De uitlokkers (prikkels) zijn te verdelen in twee groepen:1. a-specifieke zoals rook, temperatuurwisselingen, parfums, virale infecties, inspan- ning, emoties, bepaalde en/of sterke geuren 2 . specifieke of allergische uitlokkers. De meest voorkomende is huisstofmijt (70%), vaak ook allergie voor pollen, bepaalde planten, dieren, schimmels, voedingsmid-delen (noten, citrusvruchten, paprika, ei en nog veel meer). 3 NB: juist vanwege de hyperreactiviteit is een kind met astma eerder geprikkeld dan een kind zonder astma en bovendien kan een heel klein beetje prikkeling al voldoen-de zijn voor een zware reactie. Tot slot: prikkeling door een allergeen kan een soort stapelingseffect geven en doet dus de mate van allergie over de jaren heen toenemen. Dit is de reden dat bij jonge kinderen en allergie meestal niet aantoonbaar of zicht-baar is, maar zich wel ontwikkelt. Indien er in de familie allergie voorkomt is het verstandig hiermee rekening te houden.
Tot 2006 werd overeenkomstig (inter)nationale afspraken de ernst van astma inge-deeld in licht, matig en ernstig.
Bij de groep “licht astma (naar schatting 70 %) heeft minder dan 1 x per maand klachten en regelmatige periodes zonder klachten. Zij gebruikt medicatie na klachten. Behandeling vindt door de huisarts plaats.
De groep ‘matig’’ astma (20%) heef regelmatig klachten, in elk geval minimaal 1 x per maand. Zij gebruikt vrijwel continu luchtwegverwijders en in periodes ook luchtweg-beschermers.
3 Zie ook op deze website het ziektebeeld “allergieën” Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs De groep ‘ernstig’ astma (10 %) heeft continu symptomen en klachten en wekelijks minimaal 1 x last. Zij gebruikt als onderhoudsmedicatie zowel luchtwegbeschermers alsook luchtwegverwijders. Behandeling geschiedt grotendeels door kinderartsen.
Vanaf 2006 wordt minder de frekwentie van de aanvallen, maar vooral de mate van controle, die de patiënt over zijn astma heeft als indelingscriterium gebruikt: volle-dig gecontroleerd, deels gecontroleerd of instabiel. (Global Initiative for Asthma (GINA) 2006).
Gecontroleerd (alle onderstaande
kenmerken aanwezig)
Symptomen overdag
Gedeeltelijk gecontroleerd (1 of 2
kenmerken aanwezig in één week)
niet-gecontroleerd (3 of meer kenmerken
aanwezig in één week)

Meer dan 2 x per weekMinder dan 80% van de voorspelde of de beste persoonlijke waardeGedeeltelijk gecontroleerd: één of meer per jaar; niet-gecontroleerd: één per week Prevalentie: hoe vaak komt astma voor?Cijfers hierover verschillen, maar ongeveer 10 -15% van alle kinderen heeft een vorm van astma. Ongeveer 70 - 80% van deze kinderen zijn tevens allergisch. Het astma-fonds gaat uit van een totaal van 115.000 kinderen met de diagnose astma. Het RIVM (2010), schat dat 4% van alle kinderen regelmatig last heeft van astma.
Astma heeft een sterk familiaire en erfelijke component.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs Behandeling: sanering, medicatie en leefregelsDe behandeling vindt langs drie wegen plaats: sanering van de omgeving, medicamenteus en leefregels voor ‘gezond gedrag’ sanering:Onder sanering wordt verstaan: het elimineren (verwijderen) of vermijden van uitlok-kende prikkels. De allerbelangrijkste prikkel om volledig te mijden is blootstelling aan sigarettenrook. Ook bij passief roken kan (aanvankelijk ongemerkt) verhoogde prik-kelgevoeligheid ontstaan waardoor er eerder aanvallen optreden. Verder kan het aan-passen van de woonomgeving belangrijk zijn, zodat er minder huisstofmijt aanwezig is. De meest voorkomende maatregelen zijn gladde vloeren (het leggen van laminaat of parketvloer), antihuisstofmijt hoezen op het bed, een geheel rookvrij huis, geen huisdieren, goede afzuigkap, kunststof en gemakkelijk wasbare gordijnen, en soms ook (kunst)leren bankstel en geen levende planten of bloemen. Daarnaast is goede ventilatie belangrijk. In een niet-vochtige omgeving krijgt huisstofmijt minder kans.
Op school kan de docent bijdragen door te zorgen voor een goed gelucht klaslokaal. Het vermijden van prikkels buiten de eigen woonomgeving is vaak moeilijk. Zeker als het gaat om huisdieren bij vrienden of vriendinnen, het logeren in een niet gesaneerd huis, het op schoolkamp gaan, verkeren in de buitenlucht in het voorjaar (pollen en grassen). In dat geval kan extra medicatie helpend zijn.
medicatieEr zijn drie groepen medicijnen: bedoeld om de doorgankelijkheid van de luchtweg te vergroten. Ze ontspannen de longspiertjes en werken onmiddellijk, sommige ook langdurig. Meestal in te nemen als er klachten optreden. (zoals Ventolin, Salbutamol, Airomir, Bricanyl, Serevent, Foradil, Oxis) 2. luchtwegbeschermers, ook wel ontstekingsremmers genoemd Bedoeld om de ontstekingen aan de luchtwegen te remmen of te voorkomen. Deze medicijnen vallen onder de corticosteroïden en mogen alleen op op voor-schrift van de arts worden ingenomen. Vaak ook als er geen klachten zijn!! (zoals Flixotide, Pulmicort, Symbicort, Qvar)Ook zijn er 2-in-1 medicijnen met zowel luchtwegverwijder als -beschermer ineen per inhalator (zoals Symbicort en Seretide) Met name de medicatie uit groep 1 en 2 worden per inhalatie toegediend, pufjes dus en niet in tabletvorm. De meest gebruikte inhalatie-apparaten zijn de Turbuhaler, de Diskus en de voorzetkamers (Aeroachamber). Voordeel van inhalatie is dat minder hoeveelheid medicatie nodig is, die – bij een juist innametechniek! – direct op de bedoelde plaats komt. Nadeel is dat de techniek bepaalde vaardigheid vereist en te-vens gevoelig is voor onnauwkeurigheid en slordigheid. Daarom wordt geadviseerd de inname-techniek regelmatig te controleren en bij te sturen. Sommige kinderen vinden het bovendien een nadeel dat medicatie-inname niet onopvallend kan gebeuren. 4 let op: verwijders en niet verwijderaars Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs Welke medicatie, de wijze van inname en in welke volgorde en frequentie wordt door de arts voorgeschreven. De behandeling van astma is er steeds meer op gericht dat de patiënt zijn eigen klachten leert managen binnen de grote lijnen zoals door de arts aangegeven en dus niet steeds met de arts overleg hoeft te hebben. Belangrijk instrument hierbij is het klachtenniveau. De meeste kinderen hebben van hun arts een soort handleiding meegekregen aan de hand waarvan het kind beslissingen kan nemen voor (extra) medicatie.
leefregels en gezond gedragNaast medicatie is ‘gezond gedrag’ belangrijk, vooral vanwege de preventieve wer-king.
Behandeling van astma bij kinderen is erop gericht aan zoveel mogelijk dagelijkse activiteiten te kunnen deelnemen. Met name de mate van medicatie en eventuele extra doseringen kunnen hiertoe bijdragen. Alle behandeling is er verder op gericht kind en ouders self-manager te laten zijn binnen kaders, door de arts voorgeschreven. Het is van groot belang dat het kind gestimuleerd wordt om te bewegen en aan sport te (blijven) doen.
Een aantal standaard leefregels is:- zo regelmatig mogelijk leven - niet roken (actief en passief)- op juiste tijdstippen de juiste hoeveelheden op de juiste wijze medicatie innemen- opbouw en handhaven van een goede conditie ondermeer door regelmatig te - warming up bij inspanningsastma- letten op de ademhaling en toepassen van bepaalde technieken- voorkómen van uitlokkers, met name huisstofmijt, door: geen vloerbedekking; vooral synthetisch materiaal gebruiken bij dekbedden, kussens, gordijnen.
Zeer belangrijk: Niet roken.
- indien voorkomen niet mogelijk is dan trachten te vermijden (vooral bij alle al- lergieën) door geen contact met dieren, niet in gras gaan liggen in hooikoortsperi-odes, geen rokerige ruimtes betreden - indien vermijden niet mogelijk is ze bestrijden: medicatie (luchtwegverwijder) in- nemen voorafgaand aan blootstelling aan allergenen, prikkeling of inspanning 3. Hoe herken je een benauwdheid?
De signalen van minder heftige benauwdheid herkennen is niet zo eenvoudig. Kinde-ren die vaak benauwd zijn hebben de neiging enigszins gebogen te gaan zitten met opgetrokken schouders. Dit kan een gewoontehouding worden. Let dus in het alge-meen op de houding van een kind met astma.
In de klas kan een benauwdheid niet zo opvallen en wordt het pas zichtbaar bij lichamelijke inspanning tijdens het buitenspelen in de pauze of bij gymnastiek. Juist bij inspanning is het voor kinderen belangrijk zelf hun grenzen te leren kennen. Ze verwarren vaak ‘achter adem zijn’ na inspanning (hijgen) met benauwdheid. Let op, dat er geen sprake is van ‘buiten adem’ zijn. Achter adem zijn is normaal. We kennen dat allemaal ook bij onszelf als we bijv verkeerd een trap op hebben gelopen of even te hard hebben gefietst. Met even bijademen of met stoppen van de activiteit treedt vrijwel meteen herstel van het gewone ademhalingspatroon op.
Benauwdheid bij inspanning geeft een piepende uitademhaling, bijademen lukt niet of duurt veel langer. Het is beter dat te voorkomen door tijdig eerder even iets rus-tiger aan te doen en bij te ademen. Daarna kunnen ze weer verder en gaat het vaak verder goed.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs InspanningsastmaEr zijn ook kinderen die alleen last hebben van inspanningsbenauwdheid: alleen bij inspanning krijgen ze dan klachten (benauwd en hoesten), niet van andere prikkels. In dat geval moeten ze hun luchtwegverwijder nemen voor bijvoorbeeld gymnastiek en/of zwemmen. Dat helpt vaak goed. Lichamelijke inspanning moet niet vermeden worden, integendeel: een goede conditie geeft minder veel en minder vaak klachten. Ook buitenspelen moet men niet vermijden, alleen bij erge mist kan binnenblijven wel eens beter zijn voor kinderen die daar erg gevoelig voor zijn. Een plotselinge overgang van de warmte binnen naar flink koud buiten kan benauwdheid uitlokken, maar alleen als het heel plotseling gaat. Net als andere lichamelijke activiteit is ook zwemmen voor kinderen met astma goed. Er zijn kinderen die last hebben van (hoge) chloorconcentraties, dat verschilt ook per zwembad en soms ook qua tijdstip. Ook bij zwemmen kan inspanningsbenauwdheid optreden. Geeft zwemmen problemen dan kunnen de ouders dit voorleggen aan de arts.
Een ernstige benauwdheidaanval is niet te missen: piepende ademhaling, opgetrok-ken schouders, steun zoeken op de handen, de hulpademhalingsspieren in hals en schouder doen mee, bij de inademing wordt een kuiltje zichtbaar boven het borst-been. 4. Gevolgen voor de sociaal-emotionele ontwikkeling: enkele aanwijzingen
Ziekte belevingZiektebeleving wordt gedefinieerd als de mate waarin kind (en ouders) last ervaren van zowel de aandoening als de medische voorschriften in het dagelijkse leven. De feitelijke beleving kan niet overeenstemmen met de objectieve verwachtingen. Bele-ving is afhankelijk van de veerkracht van kind en omgeving. Een positief stimulerende omgeving kan veel bijdragen tot een reële ziektebeleving.
Vorm niet te snel een oordeel over de beleving, maar overleg met de ouders of de consulent onderwijs aan zieke leerlingen. Het is belangrijk om astma wel een feite-lijke maar geen overheersende plaats te geven. Er is meer dan astma alleen.
ZelfbeeldAdemhalen is een vitale functie. Vertrouwen in het eigen lichaam is voor kinderen met astma geen vanzelfsprekendheid! Bij een tekort aan lucht wordt een kind be-lemmerd in zijn activiteit, bijvoorbeeld bij sport en spel. Een bemoeilijkte ademha-ling vraagt veel energie; deze vermoeidheid werkt ook door nadat de aanval over is. De angst voor benauwd worden kan maken dat het kind inspannende activiteiten vermijdt. Belemmerde ademhaling kan angstig maken en de vitaliteit verminderen, de vitaliteit van het lichaam die voor kinderen zo belangrijk is om zich lichamelijk, cognitief, sociaal en emotioneel te ontwikkelen.
Om je te uiten heb je adem nodig. Als die er niet is kan de spanning oplopen. Oudere kinderen kunnen gaan merken dat hun lichaam hen in de steek kan laten. Deze ont-moedigende ervaringen kunnen zich bij sommige kinderen dan ook gaan vastzetten tot een negatieve kijk op zichzelf. Het aanleren van een positieve grondhouding (wat kan je allemaal wel), gekoppeld aan het uitleg geven over en het leren omgaan met de tijdelijke beperkingen die astma met zich mee kan brengen zal bijdragen tot de opbouw van een reëel en positief zelfbeeld.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs Gedrag en sociale redzaamheidAstma is een aandoening waar je mee moet leren omgaan: door de signalen van het lichaam te leren kennen, door op tijd de juiste medicatie te nemen, door prikkels zo mogelijk te vermijden, door goed om te gaan met lichamelijke inspanning. Eerst doen ouders dat voor hun kind, bij het ouder worden zullen kinderen dat zelf moeten leren. Self-management is een belangrijke doelstelling in de (medische) behandeling van astma.
Kinderen met astma kunnen zich (soms) moeilijker uiten. Benauwdheid maakt dat denormale uitingen van emoties (opgewonden praten en bewegen, uitleggen, huilen, protesteren) niet altijd mogelijk zijn. Deze emoties en uitingen kunnen namelijk trig-gers zijn.
Verschuiving binnen gezinsrelatiesInstabiel astma heeft een ontregelende werking op een gezin. Bij visites, uitstapjes, vakanties moet dan rekening gehouden worden met het kind. Dat kan stressverho-gend zijn.
Een kind met astma stelt een extra opgave aan gezin. Ondermeer afhankelijk van de draaglast-draagkracht verhouding zal deze extra opgave een wel of niet belasting vormen.
Door de aandoening kunnen niet alle activiteiten worden uitgevoerd, kan nachtrust verstoord worden, kan er soms ook acute stress ontstaan, zijn er extra kosten, is er meer bezorgdheid. De relatie tussen kind en ouders, maar ook tussen de brusjes (broertjes en zusjes) en tussen vader en moeder kan daardoor extra spanningen ople-veren.
Omdat er veel (noodzakelijke) aandacht naar het kind met astma gaat kunnen de brusjes het gevoel hebben achtergesteld te zijn.
houding van mensen uit de naaste omgeving van het kind/ jongereDezelfde grondhouding als bij een kind zonder astma is gewenst. Dat betekent, dat zowel een ontkennende als beschermende houding vermeden moeten worden. Erva-ring leert, dat er helaas nog al eens sprake is van onbegrip (bij familieleden, sport-clubs en school (!)) 5. Gevolgen voor de pedagogisch/ didactische situatie: enkele aanwijzingen
Medisch gezien is astma een aandoening die goed te behandelen is. Astma hoeft geen bedreiging te zijn voor de ontwikkeling, maar het vraagt wel veel van ouders en kind. In principe kunnen alle eisen, die aan kinderen zonder een dergelijke aandoening ge-steld worden ook aan kinderen met astma gesteld worden. Ze verdienen daarbij steun van de omgeving en met name van de school.
Cognitieve consequentiesIn het algemeen heeft astma geen directe invloed op de cognitieve mogelijkheden van een kind. Door regelmatig schoolverzuim en door minder actieve aanwezigheid tijdens de les kan er wel een achterstand optreden.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs Motorische vaardigheden en bewegingsonderwijsOok hiervoor geldt hetzelfde: in het algemeen geen directe consequenties. Maar door het vermijden van inspanning (omdat dit een aanval zou kunnen uitlokken) kunnen de motorische vaardigheden minder ontwikkeld zijn. Een motiverende en uitlokkende houding van de leerkracht is hierbij gewenst.
In principe kan een kind met astma gewoon deelnemen aan de bewegingslessen. Overleg met de ouders of preventieve medicatie nodig is. Een langzame warming-up en het langzaam opbouwen van piekinspanningen kunnen een aanval voorkomen.
Belang van onderwijsHet naar schoolgaan is de meest natuurlijke activiteit van een kind en dus erg belang-rijk. School biedt houvast en structuur, geeft uitdaging en stelt eisen, leidt aandacht af van ziekte, biedt veel mogelijkheden tot contact met leeftijdsgenoten en dus tot sociale ontwikkeling en biedt toekomstgerichtheid.
6. Wat moet je doen bij een benauwdheid: aanbevelingen
De belangrijkste aanbeveling is om aan het begin van het leerjaar met de ouders/jongere overleg te hebben en een protocol voor handelen op te stellen. Leg deze gegevens vast. Noteer op dit protocol altijd alle wijzigingen die zich in de loop van het schooljaar voordoen.
Ga als volgt te werk:Zorg dat je tevoren uitvoerig geïnformeerd bent door de ouders over de juiste handel-wijze (protocol). Meestal staat die ook op papier.
- Blijf rustig en kalmeer het kind- Stimuleer het kind rustig te blijven ademhalen- Laat het kind de ademhalingsoefeningen, als hij die heeft geleerd, toepassen.
- Laat het kind de volgens protocol voorgeschreven medicijnen innemen - Lukt het niet de benauwdheid onder controle te krijgen, schroom dan niet de Verdere aanbevelingen zijn (zie ook de volgende paragraaf): - Zorg ervoor dat je weet welke specifieke en aspecifieke prikkels voor dit kind als - Probeer een beeld te krijgen van het klachtenpatroon en leer de signalen voor dit - Probeer je in te leven in wat een aandoening als astma betekent voor kind en ouders: het onberekenbare, het beangstigende, soms het bedreigende, het voort-durend rekening houden met, de onzekerheid. - Als leerkracht kun je ondersteunend werk verrichten bij het leren omgaan met de - Heb oog voor de mogelijke problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling.
- Ook kan een kind met astma een periode van veel verzuim hebben, waardoor een achterstand in leerstof kan ontstaan. Zo kun je ook afspreken met ouders dat het kind wat later naar school komt, wanneer het ’s nachts ivm astma slecht geslapen heeft.
- Een selectie van de leerstof kan dan een mogelijke oplossing zijn. De zo uitge- spaard tijd kan dan besteed worden aan, die leergebieden waar het kind een achterstand in heeft opgelopen. Het betreft altijd maatwerk, het hangt van de capaciteiten van de leerling af, maar ook van de flexibiliteit van de leerkracht, om dit zo goed mogelijk op te vangen! Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs - De leerkracht heeft een signaalfunctie voor problemen die kinderen ondervinden bij sport en spel, gymnastiek en zwemmen. Voor de ouders is dit belangrijke infor- matie (om via de behandelend arts tot eventuele aanpassingen te komen). - Pas op met traktaties i.v.m. een eventuele voedsel-allergie. - Activiteiten als muziek maken (vooral blaasinstrumenten) en zang dragen bij tot betere ademhaling en grotere longcapaciteit.
- Toon als leerkracht niet alleen je betrokkenheid in moeilijke perioden, maar ook 7. Aanpassing(en) in de school/ lokaal en hulpmiddelen
De volgende maatregelen kunnen genomen worden om een gezondere omgeving te krijgen (prikkels verminderen): - neem, indien mogelijk, gladde en afneembare vloerbedekking- ventileer het lokaal regelmatig (bijvoorbeeld door in de pauzes de klas flink te - zorg dat er geen stofnesten kunnen ontstaan (o.a. door dichte kasten te gebrui- - zorg dat er geen dieren in het lokaal komen of alleen dieren waar geen van de - vermijd sterk geurende of bloeiende planten en bloemen, veldbloemen en gras- - let bij de verzorging van planten op schimmelvorming- aanpassingen in (zit) meubilair (soms) i.v.m. houding- vermijd scherpe luchtjes (spuitbus, oplosmiddelen) bij bijv. creatieve vakken- pas individueel of meer algemeen de opbouw van de gymles aan- zorg voor een constante, niet vochtige temperatuur in de klas en op de gang - gebruik anti-stuifkrijt en een natte spons voor het bord als je nog geen digibord 8. Communicatie tussen leerkracht, leerling, gezin en de klas/ school
Bij een aandoening als astma spelen bij ouders allerlei vragen en onzekerheden: kan het kind wel naar school na een doorwaakte nacht, is het niet te mistig om naar buiten te gaan, wordt het niet benauwd bij gymnastiek, heeft de leerkracht wel vol-doende aandacht en zorg?Het inschatten van risico’s is geen eenvoudige zaak. Er zullen ouders zijn die naar het gevoel van de school te snel ingrijpen, andere laten het misschien te veel op hun beloop. Wissel ervaringen met de ouders uit, waarbij de zienswijze van de ouder(s) centraal dient te staan, want tot het tegendeel bewezen is hebben zij als (ervaring)deskundigen gelijk! Overmatig verzuim door astma is niet nodig en is door een goede communicatie met de ouder(s) tot een minimum te beperken.
Ouders weten vaak de specifieke tekenen die bij hun kind ‘horen’. Zo wordt het ene kind bij benauwdheid stil en erg rustig en neemt de concentratie af, terwijl het ande-re kind vlak voor of in het begin van benauwdheid juist erg druk en minder gezeglijk kan worden. De ouders kennen deze signalen het beste. Kinderen zelf noemen zich niet zo snel benauwd, eerder klagen ze over vermoeidheid, buikpijn of hoofdpijn. Het is wel van belang dat ze zelf ook de signalen van benauwdheid leren kennen, ze weten dan ook wanneer ze hun luchtwegverwijdende medicijnen moeten nemen. Dus terugkoppeling naar ouders is dan ook van groot belang. Ook als kinderen in de klas niet benauwd zijn, kunnen er effecten zijn.
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs Vermoeidheid, hoofdpijn en buikpijn, niet zo lekker voelen komt vaak voor als gevolg van nachtelijke benauwdheidaanvallen en hoesten. Is een kind vaak ‘leeg’ en moe overdag zonder astma symptomen dan moet hieraan gedacht worden. Overleg met ouders: zij kunnen het de arts voorleggen en die kan de medicatie aanpassen. Iedere leerkracht is verantwoordelijk voor het creëren van deze veilige en prettige omgeving voor de leerlingen die aan zijn zorg zijn toevertrouwd.
Openheid van een school leidt ertoe dat ouders en leerlingen zich op hun gemak voe-len. Zeker ten aanzien van een kind met een aandoening is het van belang dat ouders hun kinderen met een gerust gevoel aan de school kunnen ‘toevertrouwen’ en dat het kind mag zijn zoals hij is. Erg belangrijk ook is het stimuleren van begrip bij de klasgenoten door ‘astma’ bespreekbaar te maken in de klas. Geef uitleg over het waarom van bepaalde maatre-gelen (traktaties, planten, dieren, kunstkerstboom). Stimuleer de leerling een spreek-beurt over astma te houden. Het astmafonds heeft hiervoor materiaal en lespaketten ontwikkeld. In sommige gevallen is het zelfs mogelijk dat een astmaverpleegkundige voorlichting komt geven in de klas.
Het kan erg belangrijk zijn met de keuze van vervolgonderwijs of beroepsonderwijs overleg met de behandelend arts te hebben over geschikte keuzes. Artsen staan open voor het geven van adviezen hierover. Schroom niet ze te (laten) consulteren.
Literatuur:
Colland, V (2008). Wij Willen Weten. Gezondhied Deel 1: Astma. Arnhem: ElessyGINA Report (2006): Global Strategy for Asthma Management and Prevention. Revision (www.ginasthma.org/guidelines-archived-2006-revision.html) Nederlands Huisartsen Genootschap: Astma bij kinderen   M24   (oktober 2006)Nederlands Huisartsen Genootschap: Patiëntenbrief: astma bij kinderen (2006) Wijga A.H: Scholtens, S; van Oeffelen, A,A,M.[et al.] (2010). Klachten en kwalen bij jongeren in Nederland: omvang en gevolgen geïnventariseerd. Bilthoven : Rijksinsti-tuut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM Rapport 260136001/2010).
Onderwijsmap Landelijk Netwerk Ziek - zijn & onderwijs

Source: http://www.ziezon.nl/wp-content/uploads/downloads/2013/02/Astma-793.pdf

Microsoft word - pooled accounts trust checklist detailed _10-20-09_

Pooled Accounts Trust Checklist (Detailed) Prescription Drug Assistance Programs  Partnership for Prescription Assistance (www.pparx.com) • Resource bank of drug company assistance plans, discount prescription cards, and state • Eligibility information is entered and available options are generated.  Needy Meds (www.needymeds.com) • Resource bank of drug company ass

mss.co.th

O Objective: To investigate the threshold of transcutaneous oxygen tension (TcPO ) values in predicting ulcer healing in patients with critical limb ischaemia in a prospective study. O Method: 50 patients suffering from critical limb ischaemia with chronic ischemic ulcers or gangrenous toes were enrolled in this study between January and December 2008. Their demographic data and ankle brac

Copyright © 2013-2018 Pharmacy Abstracts