Over de grenzen van lichaamstaal

Inhoudstafel
Wat is anticonceptie?
Anticonceptie: een eeuwenoude kwestie
De werking van anticonceptiemiddelen
Betrouwbaarheid
Nevenwerkingen en tegenindicaties
Noodanticonceptie of post-coïtale contraceptie
Anticonceptiegebruik in België
Anticonceptie voor de man
Geraadpleegde literatuur
Dit document maakt u wegwijs in een aantal technische basisaspecten van anticonceptie. U vindt er algemene infor-matie over de werking, betrouwbaarheid en nevenwerkingen van de verschillende anticonceptiemiddelen en nood-anticonceptiemiddelen. Ook de beschikbaarheid en het gebruik van anticonceptie in België wordt besproken. Aan het eind komt ook anticonceptie voor de man even aan bod. Een uitgebreid overzicht van de verschillende anticonceptiemiddelen en hun specifieke werking, vindt u in de rubriek geboorteregeling op www.sensoa.be Met dank aan dokter Lieve Peremans (Domus Medica), dokter Hilde Elebaut (Kollektief Antikonceptie) en dokter Joze-fien De Rooze voor de inhoudelijke feedback.
Wat is anticonceptie?
ervoor zorgen dat er geen bevruchting kan plaats- Anticonceptie is een verzamelnaam voor alle middelen vinden. Sommige middelen bevatten zowel proges- en methoden die tot doel hebben de bevruchting van tageen als oestrogeen, andere alleen progestageen. een eicel door een zaadcel, dan wel de innesteling van Anticonceptiemiddelen die oestrogeen én proges- de bevruchte eicel, te voorkomen (Beerthuizen, 2004). tageen bevatten worden combinatiepreparaten ge- Anticonceptie is erop gericht om heteroseksuele activi- noemd. Tot deze groep behoren de combinatiepil, teiten te kunnen beleven zonder angst voor ongeplande de vaginale ring en de anticonceptiepleister. Deze zwangerschap (van Dalen e.a., 2004).
combinatiemiddelen worden op hun beurt nog ver-der ingedeeld op basis van drie factoren: de hoe- Anticonceptie: een eeuwenoude kwestie
veelheid en het soort oestrogeen (1), het soort pro-gestageen (2) en de fasering (3). Bij één-fase-pillen Anticonceptie bestaat al lang. Men zoekt al eeuwenlang bevat elke pil in de strip eenzelfde dosis hormo(o) naar middelen en methoden om het aantal kinderen te n(en). Bij meer-fase-pillen is verschilt de dosering beperken. Het oudste ‘recept’ om een zwangerschap van de pillen. Pillen voor de eerste week bevatten te voorkomen, werd teruggevonden op een Egyptische een andere dosis hormonen dan de pillen voor de papyrusrol omstreeks 1500 vóór Christus. In de loop van de volgende eeuwen werden heel wat drankjes en brouwsels van zaaddodende middelen gebruikt om een Anticonceptiemiddelen die maar één hormoon (pro- zwangerschap te voorkomen. Verder werd ook gebruik- gestageen) bevatten worden POP of progestageen- gemaakt van beschermende hoesjes die over de penis alleen-preparaten genoemd. Tot de POP’s behoren werden getrokken, van uitgedroogde halve citroenen en de prikpil, de minipil, het hormonale implantaat en opgerolde en met draad omwonden stukken papier die in de baarmoederholte werden ingebracht. De massa- Progestagenen zorgen dat de baarmoeder zich niet productie van rubberen condooms startte in 1844.
klaarmaakt voor een zwangerschap door in te wer-ken op het baarmoederslijmvlies en de slijmprop. De ontdekking van de ovulatieremmende werking Oestrogenen verhinderen de eisprong. Ze zorgen van een combinatie van hormonen zorgde voor een voor een kunstmatige cyclus en voorkomen door- grote doorbraak in de ontwikkeling van betrouwbare anticonceptie. De pil kwam in België in 1961 op de markt en zorgde voor een revolutie. Dankzij 3. Intra-uteriene anticonceptie. Het spiraal (of intra-
de pil kon seksueel contact losgekoppeld worden uterine device – IUD) is een klein voorwerp dat in de van zwangerschap. Sindsdien is het aanbod van baarmoeder (uterus) wordt ingebracht. Er wordt een anticonceptiemiddelen sterk toegenomen. Ook de onderscheid gemaakt tussen koperspiralen en het beschikbaarheid, veiligheid en betrouwbaarheid van de verschillende middelen is intussen verbeterd. Het koperspiraal beïnvloedt onder meer de beweeg-lijkheid van de zaadcellen waardoor deze niet tot bij Anticonceptie vormt een wezenlijk onderdeel van de eicel komen. Er zijn verschillende types van het ko- heteroseksualiteit. De toegang tot en het gebruik van anticonceptie zijn opgenomen als één van de 12 rechten Het hormonale spiraal werkt vooral in op het baar- in het charter van de International Planned Parenthood moederslijmvlies waardoor bevruchting en inneste- De werking van anticonceptiemiddelen
4. Natuurlijke methoden zijn gebaseerd op onthou-
ding van geslachtsgemeenschap tijdens de vrucht- De verschillende anticonceptiemiddelen en -methoden bare dagen in de cyclus van de vrouw. Tot deze ca- worden gegroepeerd volgens hun specifieke tegorie behoren de standaard-dagen-methode, de werking.<2> Men onderscheidt vier grote categorieën: Billingsmethode, de temperatuurmethode, de kalen-dermethode en Natural Family Planning.
1. Barrièremiddelen en -methoden (tijdelijke of de-
finitieve) verhinderen dat zaadcellen tot bij de eicel
Welk middel of welke methode gebruikt wordt, is een geraken tijdens het seksuele contact. Voorbeelden keuze die de vrouw en haar partner in samenspraak zijn het mannencondoom, het vrouwencondoom en met de arts moeten maken. Bij die keuze spelen het pessarium (diafragma). Sterilisatie is een defini- verschillende factoren een rol: de eigen gezondheid, leeftijd, gebruiksvriendelijkheid, kostprijs, de gewenste betrouwbaarheid, levensstijl, frequentie seksuele 2. Hormonale anticonceptie beïnvloedt de natuur-
contacten, persoonlijke wensen, nevenwerkingen, lijke werking van de vrouwelijke geslachtshormonen. kinderwens, bescherming tegen seksueel overdraagbare Zulke middelen bevatten kunstmatige hormonen die aandoeningen (soa)… Het ideale anticonceptiemiddel Sensoa // Feiten en cijfers Anticonceptie of de ideale methode bestaat helaas niet. Men moet schillen in motivatie, fysiologie, de mate waarin neven- dus altijd toegevingen doen bij de keuze van een werkingen worden aanvaard, de frequentie van seksuele middel of methode. Hierdoor hebben vele vrouwen contacten, de kwaliteit van de counseling, ervaring met een ambivalente houding ten aanzien van het gekozen anticonceptie, kinderwens… zijn van invloed op de be- middel (van Dalen, e.a., 2004). Bij de keuze is het belangrijk om de voor -en nadelen van een middel of methode tegen elkaar af te wegen en stil te staan bij de Pearl-indexen moeten dus steeds met de nodige om- zichtigheid geïnterpreteerd worden. Het zijn geen abso-
lute waarheden
maar ze geven wel een indicatie van
Betrouwbaarheid
de effectiviteit van een anticonceptiemiddel. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de indexen per anti- Alle anticonceptiemiddelen die in België verkrijgbaar zijn, zijn betrouwbaar. Sommige hebben een hogere be-
trouwbaarheidsgraad dan andere, maar helaas is geen
enkel voorbehoedmiddel 100% betrouwbaar
. Boven-
dien wordt de betrouwbaarheid van verschillende mid-
delen in grote mate bepaald door de mate waarin het
middel correct en consistent gebruikt
wordt. Correct
en consistent gebruik van anticonceptie is dan ook een
belangrijke determinant van ongeplande zwangerschap.
Dit wil zeggen dat de onzorgvuldige toepassing van de
gekozen methode de oorzaak is van veel ongeplande
zwangerschappen. De Cocon-studie in Frankrijk (2000)
toonde aan dat een derde van de ongeplande zwan-
gerschappen het gevolg was van het niet gebruiken van
anticonceptie en bijna de helft (46%) van foutief gebruik
van anticonceptie (Goulard e.a., 2006).
De betrouwbaarheid of effectiviteit van de verschillende
middelen en methodes wordt uitgedrukt met de pearl-
index
. Deze index geeft per middel en methode aan
hoeveel zwangerschappen er ontstaan als 100 vrouwen
een jaar lang dat middel gebruiken of die methode toe-
passen. Bijvoorbeeld: een pearl-index van 3 voor een
anticonceptiemiddel betekent dat van de 100 vrouwen
die een jaar lang dat middel gebruiken, er toch 3 zwan-
ger zullen zijn. De index kan dus ook gelezen worden als
het percentage vrouwen dat jaarlijks zwanger bij gebruik
of toepassing van een middel of methode.
De pearl-index is een optelling van de theoretische pearl-index en de praktijkindex.<3> De theoretische in-dex geeft aan hoeveel zwangerschappen er ontstaan ondanks het correct toepassen van de methode bij elk seksueel contact. De praktijkindex geeft het aantal zwangerschappen aan die het gevolg zijn van incorrect gebruik van het middel of de methode. De praktijkindex geeft dus het cijfer aan dat in de praktijk wordt bereikt. Logischerwijs ligt deze index hoger bij middelen en me-thoden waarbij de gebruik(st)ers invloed hebben op de betrouwbaarheid van de ervan (hormonale anticoncep-tie, barrièremethoden en natuurlijke methoden). Onderzoeksgegevens over de betrouwbaarheid van de verschillende anticonceptiemiddelen en –methodes lo-pen vaak sterk uiteen. Een belangrijke verklaring hier-voor ligt in de verschillen tussen de studiepopulaties. Zo spelen culturele verschillen een grote rol, maar ook ver- Tabel 1: overzicht pearl-indexen na 1 jaar gebruik<4>
Aantal vrouwen op 100 dat zwanger werd na eerste jaar
gebruik
Bij correct en consistent
Hormonale middelen
Intra-uteriene anticonceptie
Barrièremiddelen
Natuurlijke methoden<5>
* Dit aantal neemt aanzienlijk af na het eerste jaar gebruik. ** Bron: Janssen-Cilag International NV. Evra transdermal patch. Summary of Product Characteristics - http://www.
janssen-cilag.co.uk/product/pdf/spc00121.pdf *** Bron: The European Natural Family Planning Study Groups (1999). European multicenter study of natural family planning (1989–1995): efficacy and drop-out. Advances in Contraception, 15, 69-83.
Sensoa // Feiten en cijfers Anticonceptie Nevenwerkingen en tegenindicaties
tie dubbel zo groot was in vergelijking met het gebruik De keuze voor een middel of methode wordt mede be- van hormonale anticonceptie met progestagenen van de paald door de mate waarin het effecten heeft op de ge- tweede generatie.<6> Het Britse Committee on Safety zondheid en de mate waarin er hinderlijke nevenwerkin- of Medicines stuurde alle artsen in Engeland een brief gen optreden. Ook het correct gebruik wordt daar mee om ze te wijzen op de gevaren van pillen met progesta- door bepaald. Zo blijkt dat het onderbreken van het pil- genen van de derde generatie. Het gevolg was dat vele gebruik in 20% van de gevallen te wijten is aan hinder- vrouwen stopten met de pil en het aantal ongeplande Ook de media spelen een belangrijke rol. Negatieve Dit zorgde lange tijd voor controverse binnen de medi- berichten of onderzoeksresultaten over de nevenwer- sche en farmaceutische wereld. Uiteindelijk besluit de kingen van anticonceptiemiddelen hebben een grote literatuur dat het risico op veneuze trombo-embolie bij invloed op het gebruik van die middelen. Zo leidden be- hormonale anticonceptie van de derde generatie inder- richten over een verhoogd tromboserisico bij pilgebruik daad groter is, maar dat het risico zeer klein blijft (Jick, in Nederland tot een forse afname van het pilgebruik en 2000). Vooral overgewicht, hoge bloeddruk, erfelijke een stijging van de abortuscijfers (Van Lunsen, 2004). De tijd dat men geloofde dat anticonceptie onvrucht- Het gebruik van hormonale anticonceptie gaat gepaard baarheid veroorzaakt, is gelukkig voorbij. Toch leven met een verhoogd risico op hersentrombo-embolie. Risi- nog heel wat vragen en misverstanden over mogelijke cofactoren zijn hoge bloeddruk, roken en bepaalde vor- bijwerkingen en risico’s van anticonceptie.
Over sommige risico’s is er eenduidigheid binnen de Niet alle anticonceptiemiddelen zijn voor iedereen ge- medische wereld, over andere (nog) niet.
schikt. De Wereldgezondheidsorganisatie stelde in dit verband criteria op (WHO, 2010). Deze criteria geven aan in welke situaties bepaalde anticonceptiemiddelen Hormonale anticonceptie en kanker
niet mogen worden voorgeschreven of moeten worden Eén van de voordelen van hormonale anticonceptiem is gestopt (klasse 4) en in welke situaties ze uitsluitend dat ze beschermen tegen kwaadaardige gezwellen aan mogen worden voorgeschreven als geen enkele andere de eierstok (ovariumcarcinoom). Het beschermende
methode kan worden gebruikt (klasse 3). Klasse 2 geeft effect stijgt evenredig met de duur van het gebruik en de situaties aan waarin het voordeel van het gebruik blijft na stopzetting minstens tien jaar behouden. Het meestal belangrijker is dan de theoretische of bewezen gebruik van hormonale anticonceptie zorgt ook voor risico’s. Met betrekking tot hormonale combinatiepre- een daling van het risico op baarmoederkanker (Guille-
paraten zijn roken en verhoogde bloeddruk belangrijke
baud, 2004; Verougstraete, 2003; WVVH, 2002). risicofactoren. Vrouwen die een verhoogde bloeddruk hebben en/of roken, hebben sowieso een verhoogd Hiertegenover staat een lichte verhoogde kans op baar- risico op een hartinfarct. Als ze hormonale anticoncep- moederhalskanker bij gebruiksters van hormonale anti- tie gebruiken, is dit risico nog hoger. Vrouwen vanaf 35 conceptie. Het is nog niet helemaal duidelijk welke rol jaar die meer dan 15 sigaretten per dag roken, mogen hormonale anticonceptie hierin speelt. Men weet name- de combinatiepil/pleister/ring/implantaat niet gebruiken lijk niet of het de pil zelf is of het niet–gebruiken van (klasse 4). Het gebruik van deze middelen wordt afgera- een condoom (en dus een verhoogd risico op soa’s) dat den bij vrouwen vanaf 35 jaar die minder dan 15 sigaret- zorgt voor een verhoogde kans op baarmoederhalskan- ten per dag roken en bij vrouwen die deze in combinatie met bloeddrukverlagende medicatie nemen (klasse 3) (WHO, 2010). De studies met betrekking tot de relatie tussen hormo-
nale anticonceptie en borstkanker blijven controversi-
eel. Sommige studies wijzen op een licht verhoogd risico
Hormonale anticonceptie en gewicht
op borstkanker bij gebruiksters van hormonale anticon- Hormonen kunnen ervoor zorgen dat het lichaamsvocht ceptie. Dit risico zou toenemen als men op jonge leeftijd wordt vastgehouden (vochtretentie), wat leidt tot ge-
wichtstoename. Deze vochtretentie verdwijnt doorgaans
na enkele maanden (Beerthuizen, 2003). Het is tegen-
woordig zeldzaam dat patiënten verdikken van hormo-
Hormonale anticonceptie en cardiovasculaire
nale combinatiemiddelen. Allerlei onderzoeken hebben aandoeningen (trombose en hartinfarct)
uitgewezen dat verdikken door de pil geen regel is maar In 1995 ontstond er opschudding nadat drie onafhan- eerder een uitzondering (Verougstraete en Pyck, 2002). kelijke studies erop gewezen hadden dat het risico op Indien de vochtretentie aanhoudt, dient men over te veneuze trombo-embolie bij het gebruik van hormonale schakelen naar een middel met een andere hormonen- anticonceptie met progestagenen van de derde genera- Hormonale anticonceptie en libido
Noodanticonceptie of post-coïtale con-
Onderzoek naar de seksuele beleving van gebruiksters traceptie
van hormonale anticonceptie is vaak tegenstrijdig. Som- Noodanticonceptie is een verzamelnaam voor de midde- mige onderzoeken wijzen erop dat hormonale anticon- len die tot doel hebben de kans op een zwangerschap ceptie een rechtstreeks invloed heeft op het libido, bij te verkleinen na een onbeschermd seksueel contact of andere ontbreekt het bewijs voor een rechtstreeks ver- als een anticonceptiemiddel of –methode gefaald heeft. band. Ook de verklaringen voor een mogelijk verband Deze middelen blokkeren of stellen de eisprong uit en/ of zorgen voor veranderingen in het baarmoederslijm-vlies. De bestaande middelen kunnen we onderverde- Onderzoek toont wel aan dat sommige vrouwen een len in hormonale noodanticonceptie en intra-uteriene verminderd libido linken aan het gebruik van hormonale anticonceptie en hierdoor ook stoppen of veranderen van middel (Sanders, 2001; van Dalen e.a., 2004). De De noodpil is een vorm van hormonale noodanticon-
effecten van de pil op het seksuele functioneren zouden ceptie. In België zijn er twee soorten noodpillen ver-
één van de belangrijke oorzaken zijn van een gebrekkige krijgbaar die onderling vooral verschillen in werkings- therapietrouw (van Dalen, 2004). Andere vrouwen rap- duur. Er is de ‘klassieke’ noodpil met het hormoon porteren dan weer een grotere tevredenheid op seksu- levonorgestrel die binnen de 72 uur (3 dagen) na het eel gebied wanneer ze na gebruik van andere anticon- risicocontact moet ingenomen worden. En er is de ‘nieu- ceptiemiddelen overschakelen op de pil, omdat ze zich we’ noodpil met het hormoon ulipristalacetaat die tot 5 met de pil beter beschermd voelen tegen een zwanger- dagen na het risicocontact ingenomen kan worden. Voor beide noodpillen geldt wel dat hoe sneller ze ingeno-men worden, hoe effectiever ze zijn. De klassieke nood- Er bestaat dus geen afdoend wetenschappelijk bewijs pil voorkomt 95% van de te verwachten zwangerschap- voor een rechtstreeks verband tussen een verminderd pen indien ze binnen de 24 uur na het onbeschermde libido en het gebruik van hormonale anticonceptie. Een contact ingenomen wordt. Inname na 48 uur voorkomt hypothese is dat hormonale anticonceptie effect kan 58% van de te verwachten zwangerschappen (WHO, hebben op de biologische beschikbaarheid van testos- 1998). Na 72 uur is de nieuwe noodpil effectiever(Glasier teron, die mede bepalend is voor het libido (van Dalen e.a., 2004). Het verminderde libido kan ook te maken hebben met relationele en/of seksuele omstandigheden. De klassieke noodpil is in België sinds juni 2001 zonder Zo blijkt dat vrouwen met een negatieve seksuele bele- doktersvoorschrift verkrijgbaar bij de apotheek. Voor de ving sneller stoppen met de pil bij ervaren bijwerkingen nieuwe noodpil is een doktersvoorschrift vereist. Van dan vrouwen die een positief oordeel hebben over de de klassieke noodpil zijn er verschillende merken op de kwaliteit van hun seksleven (van Dalen e.a. , 2004). markt, van de nieuwe noodpil maar één.
Indien er libidoproblemen zijn, kan er overgeschakeld worden op een middel met een andere hormonensa- De twee voornaamste bijwerkingen van de hormonale noodanticonceptiemethoden zijn braken en misselijk-heid. De kans op braken is bij de klassieke noodpil 1.4% tegenover 19% bij de vroeger gebruikte Yupze-metho-de<7>; de kans op misselijkheid is 15% bij de noodpil te-genover 50% bij de Yupze-methode. De nieuwe noodpil heeft even weinig bijwerkingen als de klassieke noodpil (Glasier e.a., 2010).
Vroeger werd de naam ‘morning-after-pil’ gebruikt. De noodpil en de morning-after-pil zijn hetzelfde. De naam morning-after-pil wordt nog steeds gebruikt maar is misleidend. De huidige noodpil kan immers genomen worden tot 72 of 120 uur na het onbeschermde seksu-ele contact en niet enkel de ochtend nadien. De term morning-after pil wordt dan ook steeds meer verlaten voor het begrip noodpil. Condoomgebruikers(sters) kun-nen de noodpil best in huis hebben voor het geval er iets mis gaat met het condoom.
Belangrijk is om na inname van de noodpil gedurende de verdere cyclus een betrouwbaar anticonceptiemid-del te gebruiken. De noodpil werkt immers in op de Sensoa // Feiten en cijfers Anticonceptie eisprong waardoor deze verlaat kan worden en onbe- zwangerschap, meer bepaald orale en anale seks en we- schermde seks na inname van de noodpil alsnog kan derzijdse masturbatie. Het kan dan ook zijn dat een deel leiden tot een ongeplande zwangerschap. Bovendien van de vrouwen (of hun partner) geen anticonceptie ge- is ook een soa-screening aangewezen na een onbe- bruikten omdat ze geen risico liepen op zwangerschap.
schermd contact met een toevallige partner.
Het anticonceptiegebruik in België is vergelijkbaar met Een andere vorm van noodanticonceptie is de intra-ute- dat in andere landen. Een grootschalig onderzoek in riene noodanticonceptie, meer bepaald het noodspiraal- Frankrijk bij 2.800 vrouwen toonde aan dat 74% van de tje. Het noodspiraaltje is een koperspiraaltje dat ook als vrouwen tussen de 18 en 44 jaar een anticonceptiemid- anticonceptiemiddel gebruikt wordt. Het noodspiraaltje kan tot 5 dagen na de onbeschermde coïtus geplaatst worden.<8> Deze methode is de doeltreffendste vorm van noodanticonceptie.
Toegang
Behalve mannen- en vrouwencondooms zijn anticoncep-
Anticonceptiegebruik in België
tiemiddelen in België enkel te verkrijgen met een dok-tersvoorschrift. Een arts of gynaecoloog bepaalt samen met de vrouw (en haar partner) welk anticonceptiemid- Algemeen gebruik
del het meest geschikt voor haar is. Twee derde van de In Vlaanderen is er weinig recent grootschalig pilvoorschriften in België worden door de huisarts afge- representatief onderzoek dat peilt naar het gebruik van anticonceptie. Het gebruik van anticonceptie werd wel bevraagd in de laatste Gezondheidsenquête, die van Anticonceptiemiddelen zijn enkel verkrijgbaar bij de apo- 2004. De Gezondheidsenquête is een grootschalige theken, met uitzondering van het mannen –en vrouwen- studie in opdracht van de federale overheid die condoom en het pessarium. Condooms zijn verkrijgbaar de gezondheid van de bevolking in België wil op verschillende plaatsen: warenhuizen, apothekers, drogisterijen, kruideniers, uitgaansgelegenheden, tank-stations, erotische shops enzovoort. Het pessarium is Uit de Gezondheidsenquête van 2004 blijkt dat drie nog moeilijk te verkrijgen in Vlaanderen. vierde van de seksueel actieve vrouwen (of hun partner) op reproductieve leeftijd (15-49 jaar) het afgelopen jaar De kostprijs van de verschillende middelen varieert een anticonceptiemethode gebruikte. Dit resultaat is sterk. Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsver- vergelijkbaar met dat van de vorige Gezondheidsenquê- zekering (RIZIV) voorziet voor sommige anticonceptie- te in 2001. Het percentage vrouwen dat een anticoncep- middelen een tegemoetkoming van 20% in de kostprijs. tiemiddel gebruikt is de laatste jaren dus ongeveer gelijk Deze tegemoetkoming geldt voor iedereen die aange- sloten is bij een landsbond, de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering of de Kas der Geneeskundige Ook in andere onderzoeken vinden we vinden vergelijk- Verzorging van de Nationale Maatschappij der Belgische bare cijfers terug. Een onderzoek bij een representatieve Spoorwegen.<10> Deze tegemoetkoming gebeurt enkel steekproef van 923 Belgische vrouwen tussen de 15 en voor een aantal combinatiepillen. Voor alle andere an- 45 jaar toonde aan dat 80% van de bevraagde vrouwen ticonceptiemiddelen (spiraaltjes, ring, pleister, implan- een anticonceptiemiddel gebruikte (Insites, 2004). Het onderzoek van Inra (2003) bij 514 vrouwen tussen de 15 en 45 jaar rapporteert een anticonceptiegebruik van In mei 2004 voerde toenmalig minister van Volksge- zondheid Demotte een maatregel in die voorziet in een extra tegemoetkoming voor vrouwen tot en met 20 jaar. Het percentage vrouwen dat geen anticonceptie ge- Elke vrouw jonger dan 21 jaar krijgt bij aankoop van haar bruikt in België varieert volgens deze studies dus van anticonceptiemiddel in de apotheek een extra korting 20% tot 40%. De redenen voor het niet-gebruik werden van €3 per maand. Dit op vertoon van haar SIS-kaart. niet bevraagd. Het spreekt voor zich dat een kinder- Als men de kaart niet bijheeft, geeft de apotheker een wens een reden is om geen anticonceptie te gebrui- BVAC-attest. Zodra dit attest bij het ziekenfonds is in- ken, maar ook andere factoren spelen een rol. Frans gediend, betaalt het ziekenfonds de korting terug (aan onderzoek wijst op volgende factoren: een gebrekkige het loket of via storting). Deze tegemoetkoming komt toegang tot of beschikbaarheid van anticonceptie, een bovenop de reeds bestaande tegemoetkoming. Hier- gebrek aan of foutieve informatie over vruchtbaarheid, door worden bepaalde pillen van de tweede generatie het niet bezig zijn met anticonceptie omwille van andere gratis voor vrouwen jonger dan 21 jaar (zie onderstaan- problemen en ten slotte het hebben van een fatalisti- de tabel). Sommige ziekenfondsen bieden bovenop die sche houding (Bajos, e.a., 2003). Daarnaast vormt niet tegemoetkoming door het RIZIV een bijkomende jaar- elke seksuele betrekking een risico op een (ongeplande) lijkse terugbetaling aan voor jongeren (maximumleeftijd ander farmaceutisch bedrijf dit geneesmiddel ook op de markt brengen tegen een lagere prijs. Als dit genees- Sinds februari 2004 zijn er ook generische anticoncep- middel evenwaardig en goedkoper is dan het oorspron- tiepillen verkrijgbaar in België. Wanneer een farma- kelijke, noemt men dit een ‘generisch geneesmiddel’. ceutisch bedrijf een nieuw geneesmiddel ontwikkelt, De beschikbare generische anticonceptiepillen (van de wordt dit voor een bepaalde periode beschermd door derde generatie) zijn ongeveer 26% goedkoper dan de een patent. De producent heeft daardoor het recht om dit ‘referentiegeneesmiddel’ als eerste en enige op de markt te brengen. Na de beschermde periode kan een Tabel 2: prijzen anticonceptiemiddelen (bij benadering) op 10/2010<11>
Anticonceptiemiddel
Publieksprijs
Prijs voor jonge-
ren<12>
(< 21 jaar)
Sensoa // Feiten en cijfers Anticonceptie Anticonceptie voor de man
Het onderzoek naar nieuwe en efficiëntere
anticonceptiemiddelen gaat steeds verder. Regelmatig
horen we berichten over nieuwe veelbelovende
middelen, maar vooral over anticonceptie voor mannen
wordt veel geschreven. De verwachtingen zijn dan ook
hooggespannen.
Sinds 1972 is men wereldwijd onder aanvoering van de Wereldgezondheidsorganisatie bezig met onderzoek naar veilige, effectieve en bruikbare anticonceptiemiddelen voor mannen (Van Lunsen, 2004:25). Bij de vrouw moet een pil de eisprong – één moment in de cyclus – onderdrukken om een zwangerschap te voorkomen; bij de man moet de productie van zaadcellen – een continu proces – onderdrukt worden. Een groot probleem bij de ontwikkeling van een anticonceptiemiddel voor mannen is het vinden van de juiste combinatie van stoffen. Die combinatie moet er niet alleen voor zorgen dat er na verloop van tijd geen zaadcellen meer in het zaadlozingsvocht zitten, maar ook dat er normale hoeveelheden testosteron in het bloed aanwezig blijven. Met progesteron heeft men geprobeerd de zaadcelproductie stop te zetten, maar in hoge dosissen onderdrukt progesteron de testosteronproductie. Te weinig testosteron zorgt voor een libidoverlies, voor gemoedsschommelingen of voor borstgroei. Een teveel aan testosteron daarentegen maakt agressief en kan leiden tot hartproblemen of prostaatkanker (Kingsland, 2004: 38; Van Lunsen, 2004: 28). Onderzoek toont aan dat mannen met een langdurige, vaste relatie wel degelijk gemotiveerd zijn om verantwoordelijkheid voor anticonceptie op te nemen. De vraag is of mannen én vrouwen met wisselende seksuele contacten zullen vertrouwen op een anticonceptiemiddel voor mannen en of mannen deze ook effectief willen gebruiken. Een Nederlandse studie toonde aan dat 80% van de respondenten de komst van de mannenpil een goede zaak vindt, maar slechts 19% van de mannen geeft aan deze zeker te zullen gebruiken (TNS NIPO, 2004). Sommigen denken ook dat dat anticonceptie steeds de verantwoordelijkheid van de vrouw zal blijven. De toekomst zal dit verder moeten uitwijzen.
1. The IPPF Charter on sexual and reproductive rights - www.ippf.org/charter/index.htm.
2. Voor een gedetailleerde bespreking van de verschillende middelen, surf naar de rubriek geboorteregeling op 3. Vaak worden ook de twee indexen afzonderlijk weergegeven.
4. Bron: Guillebaud, J. (2004) Contraception. Your questions answered.
5. Bron: Beerthuizen, R.J.C.M (2003) Anticonceptie op maat.
6. Progestagenen van de derde generatie: desorgestrel & gestodene; progestagenen van de tweede generatie: le- 7. Deze methode bestond uit het innemen van 2x2 anticonceptiepillen met oestrogenen. De Wereldgezondheidsor- ganisatie toonde in 1998 echter aan dat de levonorgestrelmethode driemaal efficiënter is dan de Yupze-methode, minder bijwerkingen veroorzaakt en geen medische contra-indicaties heeft.
8. Als de kans bestaat dat er een soa aanwezig is, wordt het noodspiraaltje niet ingebracht omwille van het risico op infecties en mogelijke onvruchtbaarheid.
9. www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index4.htm.
10. Bepaald in ‘de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen’.
11. Een gedetailleerde lijst met de exacte prijzen per merk kan online geraadpleegd worden op de site van het RIZIV: www.riziv.fgov.be/citizen/nl/medical-cost/specific/contraceptions/index-care.htm 12. Met doktersvoorschrift en op vertoon van SIS-kaart.
1. Geraadpleegde literatuur1. Beerthuizen, R.J.C.M. (2004). Anticonceptie op maat. Van puberteit tot overgang. Houten: Bohn Stafleu Van 2. Glasier, A.F., Cameron, S.T., Fine, P.M., Logan, S.J.S., Casale, W., Van Horn, J., Sogor, L., Blithe, D.L., Scherrer, B., Ma- thé, H., Jaspart, A., Ulmann, A., & Gainer, E. (2010). Ulipristal acetate versus levonorgestrel for emergency contra-ception: a randomised non-inferiority trial and meta-analysis. The Lancet, vol. 375, 555-562.
3. Guillebaud, J. (2004). Your questions answered. Contraception. Edinburgh: Churchill Livingstone.
4. Jick, H. e.a. (2000). Risk of venous thromboembolism among users of third generation oral contraceptives compa- red with users of oral contraceptives with levonorgestrel before and after 1995: cohort and case-control analysis. BMJ, 321, 1190-1195.
5. Kingsland, J. (2004). Sperm Warfare. New Scientist, nr. 2429, 38-41.
6. Sanders, S. e.a. (2001). A prospective study of the effects of oral contraceptives on sexuality and well-being and their relationship to discontinuation. Contraception, vol. 64, nr. 1, 51-58.
7. Schwartz, J.L., Gabelnick, H.L. (2002). Current Contraceptive Research. Perspectives on Sexual and Reproductive 8. The European Natural Family Planning Study Groups (1999). European multicenter study of natural family planning (1989–1995): efficacy and drop-out. Advances in Contraception, 15, 69-83.
Sensoa // Feiten en cijfers Anticonceptie 9. TNS NIPO (2004). Vrouwen vertrouwen partner anticonceptiepil niet toe. Geraadpleegd op 16 november 2010 via www.tns-nipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo%5Canticonceptiepil04.htm. 10. Van Dalen, L., e.a. (2004). Anticonceptie en seksuele gezondheid. In Gijs, L. e.a., Seksuologie. Houten: Bohn Staf- 11. Van Lunsen, R. (2004). Mannen en anticonceptie, een kwestie van attitude. In Bleys R. e.a. (red), Jaarboek Seksu- aliteit, Relaties, Geboorteregeling 2004 (pp. 24-31). Antwerpen: Sensoa.
12. Verougstraete, A. (2003). Anticonceptie anno 2003: een update. Patient Care Gynaecologie, oktober 2003, 4-14.
13. Verougstraete, A., Pyck, D. (2003). Kroniek van de anticonceptie. In Frans E. e.a. (red), Jaarboek Seksualiteit, Rela- ties, Geboorteregeling 2003. Antwerpen: Sensoa.
14. Von Hertzen, H. e.a. (2002). Low dose mifepristone and two regimens of levonorgestrel for emergency contracep- tion: a WHO multicentre randomised trial. Lancet, 360, 1803-10.
15. WHO (1998). Randomised controlled trial of levonorgestrel versus the Yuzpe regimen of combined oral contracep- tives for emergency contraception. Lancet, 352, 428-433.
16. WHO (2010). Medical Eligibility Criteria for Contraceptive Use (fourth edition). Geraadpleegd op 16 november 2010 via whqlibdoc.who.int/publications/2010/9789241563888_eng.pdf.
17. WVVH (2002). Aanbeveling voor goede medische praktijkvoering: orale anticonceptie. Geraadpleegd op 16 no- vember via www2.domusmedica.be/Page.aspx?id=1019#415.

Source: http://www.sensoa.be/sites/default/files/feitenencijfersanticonceptie2010.pdf

Microsoft word - rp5066500 damp-c11a rightsign ce sp pi _1000ng_

Prueba Rápida AMP en Cassette (orina) Ficha Técnica REF DAMP-C11 Español Prueba rápida en un solo paso para la detección cualitativa de Anfetamina en orina humana. Precisión Un estudio fue conducido en tres hospitales por operadores no entrenados utilizando tres lotes diferentes Solo para el uso médico y otro profesional de diagnóstico in vitro. del producto para

Nierenerkrankungen und ihre folgen

Klinik für Nieren- und Hochdruckerkrankungen Nierenerkrankungen und ihre Folgen Dr. med. Christiane Erley +49 30 7882-2137 Wie machen sich Nierenerkrankungen bemerkbar? Das Problem bei allen Formen der Nierenerkrankungen ist, dass diese faktisch symptomfrei und schmerzfrei ablaufen. Macht sich ein Funktionsabbau erst bemerkbar - durch Leistungsabfall bis hin zu einem endgültigen

Copyright © 2013-2018 Pharmacy Abstracts