Microsoft word - 003 de eeuwige stad.doc

De eeuwige stad.
Ik kom terug van een reis, van een vakantiereis waarschijnlijk, maar het lukt me niet om op de geplande vlucht naar Nederland te komen. Het heeft iets te maken met rel en of met oorlog, daar kan ik niet helemaal achter komen. Ik ben niet zo ver verwijderd van mijn bestemming Schiphol, maar de enige vlucht die kan krijgen is er één naar Tel Aviv met El Al. En ik wil weg van waar ik nu ben en men beloofd mij dat ik vanuit Tel Aviv met een aansluitend vliegtuig naar Nederland kan gaan. Helaas wil men mijn ticket dat ik nu heb niet omzetten, zodat ik moet betalen. De prijs valt mee, iets meer dan 50,00. Maar ik heb al een maar briefjes van 50,00 bij me en geef er twee aan de medewerkster achter de balie. Wisselgeld in Euro’s is er niet en ik krijg Shekels terug. Ondermeer een paar enorm grote munten, bijna zo groot als mijn hand. Met moeite kan ik die munten in mijn portemonnee stoppen. In ruil krijg ik een ticket voor de vliegreis. Nou ja een ticket, eigenlijk niet meer dan een Nederlands treinkaartje, ongeveer die afmetingen. De zitplaats, die erop staat aangegeven is doorgehaald en met pen staat de juiste plaats aangegeven. Het vliegtuig blijkt een Boeing 747 te zijn, zo’n ding met twee dekken. Eerst loop ik door naar het bovenste dek, maar dat blijkt al emaal eerste klasse te zijn en mijn ticket geeft tweede klasse aan, en da’s op het onderste dek. Nadat ik van het toilet op het bovenste dek gebruik heb gemaakt, neem ik de trap naar beneden, vind mijn plaats en … word wakker. Een vreemde droom, zou het iets te maken hebben met het reisje dat Ria en ik vorige week naar Rome hebben gemaakt. Ik denk voor een deel van wel.
Maandag 23 februari 2004.
Weer onderweg: sneeuw en een temperatuur van ongeveer 0oC. Weer Rome: lichte regen en een temperatuur van ongeveer 10 oC. Om 02.12 uur word ik wakker en ga liggen wachten tot het kwart over twee is. Op dat tijdstip begint de kakofonie van het geluid van de wekkerradio, de reiswekker, Ria’s gsm en mijn gsm. Vooral de laatste twee maken in toenemende mate heel veel herrie en gevieren geven ze aan dat het tijd om aan de reis naar Rome te beginnen. Ria, anders bijna niet uit bed te slaan, is er nu bijna nog eerder uit dan ik. Wassen, aankleden en schilderen en om drie uur laten we drie rugzakken in de achterbak van mijn auto glijden. Op het laatste moment heeft de Nederlandse Spoorwegen besloten om het spoorboekje te veranderen, wat betekent dat een reis met de trein ons of juist twee uur voor vertrek op Schiphol brengt of vier uur daarvoor. Het eerste is me net te krap en het tweede, ja, dat is wel erg lang wachten op het vliegveld. Dus is nu de Ik weet niet wat ik er van denken moet, van denken kan. Wat kan ik me voorstel en van deze stad, van wat men noemt de eeuwige stad, van Rome. Volgens zeggen een schitterende stad, vol met cultuur, vol met mooie oudheden. Maar ik heb een beetje mijn bedenkingen. Heeft men daar wel echte beelden, zoals de dokwerker in Amsterdam, het beeld van Zadkine in Rotterdam. Als ik de boekjes lees mag ik het betwijfelen. Het lijkt erop dat het geen echte beelden zijn. Al es is nep. Zeker die van Nep-tunes; waarom geen echte Tunes in plaats van deze neppert. En kun je er wel komen en als je er bent kun je wel ergens komen. Niets, of bijna niets lijkt direct als ik op kaartjes kijk. Al es is via, via, via. Via, tot je de weg kwijtraakt. Zo mijmer ik tijdens de rustige rit deze nacht, op weg naar Schiphol. Vroeg, heel vroeg, ons bed uit om via, via, via bij die neppert te komen. Ik moest eens weten… We komen iets te vroeg op Schiphol aan, maar gelukkig geen twee uur eerder dan noodzakelijk. Tot nu gaat al es soepeltjes. Maar, zodra we in het vliegtuig naar München zitten begint de pret. De piloot meldt dat hij niet mag opstijgen, vanwege druk verkeer boven Europa. Al met al neemt dat zo’n 45 minuten in beslag en onderweg neemt deze vertraging steeds meer toe. De landing in München wordt uitgesteld. Eén van de twee banen is door zware sneeuwval gesloten en die andere is zeer druk bezet. Dat wordt dus cirkelen boven München. Het mooie landschap van zuidelijk Duitsland vergoed een hoop, maar met de minuut vervliegt mijn hoop om de aansluitende vlucht naar Rome te kunnen halen. Dan meldt de gezagvoerder zich weer, met het bericht dat we zul en gaan landen, al een…niet op het vliegveld van München, maar op dat van Stuttgart. Beide banen in München zijn nu gesloten, er is geen keuze. We krijgen keurig en snel de grote rugzak uit het bagageruim in onze handen gedrukt. Het is nog veel te ver lopen naar Rome, dan maar naar de informatiebalie van Lufthansa. Het is nu even na tienen en de vlucht van krap een uurtje heeft nu al twee en een half uur in beslag genomen. Op mijn vraag om ons zo snel mogelijk naar Rome te brengen, antwoordt de baliemedewerkster dat dat niet zal gaan. De snelste weg is via München, maar men weet niet wanneer de banen weer open zul en zijn, dus zit er niets anders op dan nu aan de ronde van Duitsland te beginnen. Zou een voetreis naar Rome dan toch snel er zijn geweest? Ik baal, want op deze manier wordt me een halve dag Rome door de neus geboord, Ria vindt het prachtig, want zo zie je nog iets van Duitsland. Al met al wel een avontuurlijk begin van deze vakantie. Vele wegen leiden naar Rome, zo ook deze denk ik (of beter hoop ik) maar, ook net zoals in Rome al es via, via, via is, leiden ook deze wegen ons via, via, via naar Rome. Na een broodje, een bakje troost en peukje, de daarbij behorende plaspauze stappen we in ons vierde vervoermiddel van vandaag. Na de auto, de shuttlebus op Schiphol en het vliegtuig, nu de metro naar het centrum van Stuttgart. Gelukkig kan ik daar de bagage voor de nieuwe aansluitende vlucht al inchecken, zodat het verdere gezeul een stuk minder is. De volgende stap is dan de flitstrein naar Frankfurt, dat is wel de verkeerde kant op, maar ja als je denkt aan via, via, via… Een comfortabel ritje brengt ons naar het grijze Frankfurt, waar het licht sneeuwt. Gelukkig niet zoveel als in de zuidelijker gelegen steden. Een half uurtje vertraging levert het op, maar dat valt in het niet vergeleken bij de rest. Dan eindelijk landen we op Leonardo da Vinci Airport en, hoe kan ook anders, staat de Leonardo Express, de trein naar het centrum van Rome, al gereed. We missen hem net, maar over een half Om half acht stopt de trein op het station Termini. Niet voor niets zegt men dat het het grootste station van Europa is. Wat een eind zeg, voordat we bij de uitgang zijn. Rome is donker en we hebben een beperkt klein kaartje en natuurlijk kies ik de verkeerde weg, om naar het hotel te gaan. Een viertal Italiaanse toeristen, die wel een goede kaart hebben helpen ons op de goede weg. Ze lopen bijna mee tot de ingang van het hotel. Heel erg vriendelijk! Morgen eerst een goede kaart kopen, zo Om negen uur ’s avonds checken we in, in Hotel Iride. Na een reis van ruim 18 uur ploffen Ria en ik vermoeid op bed. Met op de achtergrond het tikken van de Romeinse regen tegen de balkondeuren, val en we als een blok in slaap. Dinsdag 24 februari 2004.
Bewolkt met af en toe zon, een paar druppels regen en een temperatuur van circa We staan om half acht op en na het eenvoudige, maar goede ontbijt wandelen Ria en ik naar het metrostation. Onderweg koop ik eerst de gisteren zo node gemiste kaart van Rome. We zul en er nog veel plezier van hebben. Het valt niet mee om ons in de overvol e metro te proppen. Het lukt niet om in de eerste trein te komen, maar even later zitten, of beter staan, we dan toch samen in de snel volgende tweede trein. De reis gaat naar Vaticaanstad, naar de Sint Pieterskerk, maar onderweg besluiten om maar een stationnetje te blijven staan en te beginnen met een bezoek aan het Vaticaans museum en de Sixtijnse kapel. Het wordt dan toch maar de Sint Pieter. Als we bij de ingang van het Vaticaans museum aankomen staat er een rij van, ik schat, een 250 meter lang en zo’n 6 mensen breed. Tot aan de hoek van de weg staat het vol met mensen. We lopen naar de hoek om ons daar aan te sluiten, maar te vergeefs. De rij gaat daar nog even door, tot de volgende hoek. Als we die hoek omgaan, blijft die rij onverminderd doorgaan tot weer de volgende hoek. Eindelijk bijna bij de vierde straathoek is het einde van de rij wachtenden. Via, via, via, via dus! Ik denk dat die rij totaal wel een kilometer lang is. Dat is erg jammer van onze tijd, dus lopen we maar door naar de Sint Pieterskerk en besluiten om donderdag nog eens een poging te wagen. De kerk is maar een paar straathoeken verder. Ook daar een rij met wachtenden, een paar honderd meter lang, dat wel, maar niet zo breed en er zit beweging in die rij, veel meer beweging dan die bij het Vaticaans museum. Na wat rond te hebben gekeken op het Sint Pietersplein, verdelen Ria en ik de taken. Zij gaat in de rij staan en ik ga wat rond Het immens grote plein lijkt door de immens grote gebouwen er omheen eigenlijk niet eens zo groot. Het zelfde geldt voor de kerk, waar we al na een kwartiertje binnen kunnen. De meer dan mens hoge beelden val en in het niet bij de gigantische ruime, die weer in het niet valt bij de enorm grote beelden. Wat jammer is dat ik hier niet mijn beproefde techniek van foto’s maken mag uitvoeren. Als ik devoot op m’n rug ga liggen om een plaatje van één van de mooie plafonds te maken, word ik al fluisterend en met zachte drang, maar wel duidelijk gesommeerd dat niet te doen. Vreemd toch, want priesters die worden gewijd gaan toch ook steeds op de grond liggen? Na een drietal keren gewaarschuwd te zijn besluit ik maar om dan mijn nekspieren te strekken en zo die plaatjes te schieten. Dat mag blijkbaar wel. Als we later weer buiten zijn, gaan we op Vaticaanse Euro jacht. Die jacht mislukt volkomen. In souvenirshops kun je setje kopen, maar tegen minimaal meer dan de tienvoudige waarde. Banken sturen ons weg op de vraag of we Euro’s kunnen ruilen. “Die zijn bij de souvenirshops te koop.”, zo luidt steevast het antwoord. Maar ja daar kwamen we juist vandaan. Het is jammer en helaas, maar degenen die ons vroegen om wat Vaticaanse Euro’s mee te nemen, zul en we teleur moeten stel en. Al een voor Bart heeft Ria een leuk alternatief. Een metrokantje met op de voorpagina een grote foto van de Paus. Krijgt hij toch nog iets. Beter gaat het met de jacht op fonteinen. Niet zo moeilijk misschien in een stad waar naar verluid er een slordige 140 zijn. De Bijenfontein, de Tritonfontein en natuurlijk de Trevifontein, Ria’s overduidelijke favoriet. Overduidelijk ook bij vele andere mensen. Het ziet hier zwart van de mensen. Tussen al die kijkers door bewegen zich ook nog een aantal verkopers van al erlei hebbedingetjes. Het lijkt zo wel of ik weer in Delhi ben. Al een zijn hier de verkopers iets makkelijker met een eenvoudig nee schudden weer weg te sturen. Of zou ik toch geleerd hebben van eerdere situaties? Tussen de muntenwerpende mensen door kun je ook oude vrouwtjes waarnemen die met een soort magnetische hengel de muntjes weer uit het water vissen. Zijn het gemeentewerkers (de stad Rome heeft gevraagd met het ritueel van werpen van muntjes in de fonteinen op te houden, omdat het de afvoeren verstopt) of zijn het Toeval of niet, maar toen we zo-even de bordjes naar de Trevifontein volgden, bleken die niet de juiste richting aan te geven. Op kaart leek de weg ernaar toe toch net een beetje anders. Maar de naam van de weg, Via Quattro Fonta, dat doet toch goed vermoeden. En ja het klopt, we komen op een kruispunt met op elke hoek een fontein en daar houden dan ook de bordjes naar de Trevifontein op. Zo vreemd zijn die Romeinen dan ook weer niet, via vier fonteinen komen we even later bij de Tussendoor hebben we nog de Engelenburcht en de Engelenbrug bezocht. Vooral de laatste stond op het verlanglijstje van Ria, zeker nadat ze gelezen had dat de “frivole” beelden van engelen op deze brug vrijwel al emaal een knie lieten zien. Om haar te verrassen maak ik van één van die knieën een close-up. Het begint tijd te worden om weer richting hotel te gaan lopen. Bij een kleine ijssalon stoppen we om een colaatje te drinken en natuurlijk voor mij om een pitsstop te houden. Niets vermoedend duw ik de deur van toilet met flinke snelheid open en druk daarmee vrijwel tegelijkertijd een Japanse dame, die blijkbaar de ruimte eerder had besproken, als een vlieg tegen de muur. Mijn gedachte is: vreemd dat zo’n mens niet even het haakje op de deur doet! Als ik even later dan mag omdat zij het toilet verlaat, bemerk ik dat er niet eens een haakje of slot op de toiletdeur zit. Vreemde We hebben veel van deze mooie stad gezien vandaag en val en na het eten als we in de hotelkamer terug zijn zowat direct in slaap.
Woensdag 25 februari 2004.
Circa 13oC. ’s Morgens bewolkt met af en toe een beetje zon en in de loop van de Net als al gisteren staan we om half acht op en net als gisteren wandelen we om een uur of negen de deur uit naar buiten. Maar nu gaat de reis zuidwaarts, richting het Het Colosseum is aan de beurt. Een gigantisch bouwwerk, zeker voor die tijd. Jammer dat het de tand des tijds niet helemaal heeft doorstaan en dat men in de loop der eeuwen stenen van dit stadion heeft gebruikt voor andere gebouwen. En hier mag ook niet al es, zo blijkt. Ook hier komen schoolklasjes naar hun historie kijken. Eén van de juffrouwen heeft kopietjes met plaatjes van onder andere gladiatoren meegenomen en heeft op een muurtje laten liggen. Ria kijkt er geïnteresseerd naar. Even later worden de papiertjes met een snauw uit haar handen gegrist. Gelukkig verstaan we geen Italiaans, maar blijkbaar vindt men het niet goed. En waarom, blijkbaar hebben ze niet goed opgelet, omdat Ria even later zegt: “Kijk ze hadden toen ook al een Medezeggenschapsraad!”, als ze MR op een Hierna is het Forum Romanum de volgende stop, gevolgd door een lunchstop. Op het monument voor de stichter van Italië, Vittorio Emanuele II staat een bordje dat je niet op de trappen mag gaan zitten. Ik kan hier dan zeker niet liggend op mijn rug de plafonnetjes fotograferen. Nekkrampen dus maar weer. Een paar straten verder hoor Ria ineens uitroepen: “Ik zie m’n naam, ik zie m’n naam!”. Een reclamebord met daarop RIA envia. Een foto is natuurlijk snel gemaakt en het klopt geheel. Ria en via, maar vele via’s, Ria naar via, via, via, via. We kruisen dit deel van de stad nog wat verder door en brengen zo en passant het aantal bekeken fonteinen tot een ongekend hoog getal. In één van de straatjes is een speciaal Pinokkio-winkeltje. Buiten staat dit houten ventje meer dan levensgroot tegen de gevel. Ja hoor, we hebben Pinokkio gezien en nog veel méér! Na een bezoek aan het Pantheon, een machtig mooi gebouw en aan de Spaanse Trappen, die ik me toch veel hoger had voorgesteld, volgt voor het avondeten nog één hoogtepunt. ’s Middag heeft Ria twee ansichtkaarten voor haar beide dochters gekocht. Postzegels had men niet, die kon je wel krijgen bij het tabakswinkeltje, maar dat was in geen velden of wegen te vinden. Op naar een postkantoor dan maar. Een korte rij, zo lijkt het. Om twee zegels voor de kaarten te machtigen en anderhalve Euro lichter te worden, sta ik ruim een half uur in de rij. Ria zit ondertussen op een bankje in de hal. De kaarten posten we de volgende dag in Vaticaanstad, waar men eigen postzegels gebruikt. Eigenlijk weet ik nu ik deze zinnen typ nog steeds niet of de kaartjes wel zijn aangekomen. Mamma Mia! Een paar uurtjes later val en we doodmoe in bed. Nagenietend van een heerlijke dag en vol verwachting wat de volgende dag zal brengen.
Donderdag 26 februari 2004.
Circa 13oC, af en toe droog met ’s middags forse regenbuien. Het is kwart voor zeven als de wekker gaat. We wil en vroeg bij het Vaticaans museum zijn, om niet weer als afgelopen dinsdag tegen een heel lange rij aan te moeten kijken. Het is dus vroeg uit de veren vanmorgen. Bij het nu bekende ontbijt, van twee medium harde broodjes met jam en een grote pot koffie, wordt ik min meer smakkend wakker. Er is een groep Koreanen, Japaners, of in ieder geval mensen uit het oosten is neergestreken in het hotel, die zoals het bij hen behoort luid smakkend eten. Nadat ze ook luid slurpend hun ochtenddrank, wat naar ik aanneem thee is, naar binnen hebben gewerkt, verlaten ze luidruchtig de eetzaal een hoop rommel op en naast de tafel achterlatend. Misschien zijn het dan wel Chinezen, denk ik peinzend. Maar veel tijd om te peinzen krijg ik niet deze ochtend, om half negen lopen Ria en ik al buiten op weg naar de metro. Blijkbaar is er iets aan de hand met de treinen. Er staan mensen in uniformen die ons halverwege de afdaling naar het spoor tegenhouden. Ik hoor de speaker iets zeggen over 4 treinen en even later wordt dat 12 treinen, maar meer dan dat begrijp ik er niet van. De Romeinse mensen om ons heen wel, die bij de tweede mededeling in hoongelach uitbarsten. We staan redelijk vooraan en als ik even later achterom kijk blijkt dat we zeker niet de enigen zijn. Ik een vijftal minuten is de hele gang achter me volgelopen met mensen en verderop ook op de trappen. Veel, veel meer dan duizend schat ik. En zo plotseling als we zijn opgehouden, zo plotseling is het ook weer voorbij. Als de afzetting door de twee geüniformeerden wordt weggehaald lijkt de ratrace, de ratrace om een plaatsje in een wagon, begonnen. Links en rechts worden we ingehaald en als we niet oppassen ook nog bijna onder de voet gelopen. Rustig lopen we naar het perron en tot mijn verbazing staan we nog redelijk dicht bij de gele lijn, maar dat is geen garantie dat we ook een trien kunnen binnenkomen. Slechts bij de vierde trein lukt het ons om binnen te komen. Nou ja binnen komen! Als er bij de deur waar wij staan te wachten ruimte in het treinstel ontstaat word ik bijna zonder te lopen het treinstel ingeduwd. Gelukkig ondergaat Ria de zelfde behandeling, zodat we elkaar niet kwijtraken. En passant druk ik een vrouw voor mij zowat plat tegen de andere zijkant van het treinstel. Meer dan mompelen dat ik ook al een maar door de massa wordt geduwd kan dan ook niet. De vraag hoeveel mensen er in een metrotrein kunnen lijkt nu de zelfde als hoeveel sardientjes je in een blik kunt proppen. Bankjes zijn er bijna niet in deze treinstel en, zodat het aantal mensen heel, heel veel is. Tel en lukt me niet, maar gezien mijn (on)mogelijke bewegingsruimte, zal het aantal wel hoog zijn. Tegen de tijd dat we ons eindstation Cipro bereiken wordt de ruimte wat aangenamer. En ook valt het aantal wachtenden buiten zeker niet tegen. Er staat weliswaar een rij tot bijna het einde van de straat, maar we zijn toch binnen een half Het is schitterend mooi hier, wat een pracht en praal. De Sixtijnse kapel valt wat tegen, maar de weg ernaar toe is wel heel bijzonder, pijn in m’n nekspieren van het kijken naar de plafonds. Wat me minder afgaat is fotograferen. Eerst mag je flitsen, wat ik iets te lang volhoud, dus krijg ik van een suppoost op m’n kop en dien m’n flitser weer terug in m’n tas te stoppen, later in de Sixtijnse kapel blijk je helemaal niet te mogen fotograferen. In mijn onschuld (of is het onoplettendheid?) doe ik het toch, hoewel het iets te donker is, en krijg dus weer op m’n kop. Na dit bezoek nemen we de metro de halve stad door naar het zuiden om de Catacomben van Sint Cal isto te bezoeken. Vanaf het metrostation is het een ruim een uur heen en een uur terug lopen naar deze dodenstad. Een forse plensbui en wat nagedruppel wordt ons deel. Ook hier is het niks nie fotograferen in deze indrukwekkende, super grote begraafplaats, met ongeveer 20 kilometer aan gangetjes en besluit ik maar een paar ansichtkaarten te kopen. Ria doet nog een vermetele laatste poging om aan Vaticaanse Euro’s te komen. Wat hier in schappen ligt blijken oude Lires te zijn. We zul en dus zonder al die bestelde muntjes terug in We hebben bij terugkomst in het centrum nog juist de kracht om een pizzaatje te eten en spoeden ons daarna terug naar het hotel. Ik heb nog mijn fotoadministratie te doen en aantekeningen voor dit verslag te schrijven. Terwijl ik daar mee bezig ben zakt Ria stevig in slaap. Als ze na uurtje nog niet wakker is, maak ik haar maar wakker met de mededeling dat het tijd om te gaan slapen.
Vrijdag 27 februari 2004.
Als om zeven uur de wekker gaat, krijg ik met moeite Ria het bed uit. Ik ben er dan wel uit, maar Ria is bang dat ik zal omval en. Die stramme benen zijn een poosje We laten de grote rugzak achter in de lockerroom van het hotel en beginnen aan de laatste halve dag Rome. De Bocca del a Verita is het eerste doel. Wel een beetje spannend hoor, als je weet dat de legende zegt, dat hij of zij, die niet waarheid spreekt en zijn of haar hand in de mond van dit antieke putdeksel steekt er niet ongeschonden van zal afkomen. Het monster zal dan toeslaan. Beide komen we er ongeschonden uit. Pfff, wel even mijn vingers natel en hoor! Op weg naar Trastevere ziet Ria nog een bord aan de gevel van een heel officieel uitziend gebouw, waarop staat: Ministero del a Salute. Wat zou men daar de hele dag doen, dan “Hal o”, “Goedendag” en zo zeggen? Of is het bordje met de half naakte vrouw, die het opschift “De Lul o” draagt nu leuker? De kerk S. Maria in Trastevere is overigens één van de mooiste die ik heb gezien. We eindigen ons bezoek aan Rome in stijl, met een laatste kijkje bij de Trevifontein. Terwijl Ria voor de derde keer weer kan genieten van haar favoriete fontein, geeft het mij de tijd om nog een paar fotootjes te schieten. Het wordt weer tijd om terug naar het hotel te gaan en ons op te maken voor de terugreis. Eerst de grote rugzak ophalen, die keurig in een grote kast in een gangetje van het ogenschijnlijk verlaten hotel staat. Na twee keer bel en bij de receptie komt er eindelijk iemand aan. Samen lopen we naar de kast en hij maar zoeken naar de sleutel. Die zit dus gewoon in het slot. Kun je hem ook nooit kwijt raken! En mijn Het terugvliegen naar Amsterdam is een stuk minder avontuurlijk dan heenreis naar Rome. Slechts drie kwartier vertraging, geen sneeuw en geen alternatieve vervoermiddelen. Om elf uur ’s avonds komen we op een vrijwel verlaten Schiphol aan en stappen om half één mijn flat weer binnen. Een heerlijke vakantie om op terug te kijken, veel om van na te genieten. Arrivederci

Source: http://home.hccnet.nl/j.bonsink/portfolio/travelbooks/Stedentrip-Rome-2004.pdf

Precedent document

CHEMICALS AND LIFESCIENCE Winter 2006 QUARTERLY The Intellectual Property Group Introduction This quarterly newsletter from the Intellectual Property (“IP”) Group at Walker Morris intends to keep the IP Group’s clients and friends updated on some key developments in the legal environment affecting chemicals, pharmaceuticals, biotechnology and medical devices bu

Full prescribing information

Patient Information SOVALDITM (soh-VAHL-dee) (sofosbuvir) Read this Patient Information before you start taking SOVALDI and each time you get a refill. There may be new information. This information does not take the place of talking with your healthcare provider about your medical condition or your treatment. SOVALDI is used in combination with other antiviral medicines. When tak

Copyright © 2013-2018 Pharmacy Abstracts